Uitgezonderde verkrijgingen (art. 3 WBR)
1 InleidingIn art. 3 WBR wordt een aantal verkrijgingen niet aangemerkt als een belastbare verkrijging. Deze verkrijgingen worden uitgezonderd van heffing van overdrachtsbelasting. Het betreft de volgende verkrijgingen:boedelmenging, erfrecht of verjaring;verdeling van een huwelijksgemeenschap of nalatenschap;natrekking van een zaak.Het is hier al goed op te merken dat tussen art. 3 WBR en art. 15 WBR een belangrijk principieel verschil bestaat. Art. 3 WBR sluit bepaalde verkrijgingen in…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.
Gebruikers van Via Juridica
Bekijk alleWet- en regelgeving
Artikel 3
Artikel 3
1 Als verkrijging wordt niet aangemerkt die krachtens:
a. boedelmenging, erfrecht of verjaring;
b. verdeling van een huwelijksgemeenschap of nalatenschap, waarin de verkrijger was gerechtigd als rechtverkrijgende onder algemene titel;
c. natrekking van een zaak op het tijdstip waarop die zaak wordt aangebracht op, aan of in een onroerende zaak, tenzij van die zaak omzetbelasting wordt geheven ter zake van de levering en de vergoeding, bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Wet op de omzetbelasting 1968, tezamen met de verschuldigde omzetbelasting, lager is dan de waarde, bedoeld in artikel 9, en de verkrijger die omzetbelasting op grond van artikel 15 van die wet niet of niet nagenoeg geheel in aftrek kan brengen.
Voor de toepassing van deze bepaling wordt de waarde ten minste gesteld op de kostprijs van de zaak, met inbegrip van de omzetbelasting, zoals die zou ontstaan bij de voortbrenging door een onafhankelijke derde op het tijdstip van de natrekking.
2 Als verkrijging als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a of b, wordt niet aangemerkt hetgeen wordt verkregen krachtens de uitoefening van een wilsrecht als bedoeld in de artikelen 19, 20, 21 en 22 van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek.
Kennisdossiers
Titel | Categorie |
---|---|
Titel Afwikkeling en vereffening nalatenschap | Categorie Erfrecht |
Titel Wettelijke verdeling en wilsrechten | Categorie Erfrecht |
Titel Gemeenschap van goederen | Categorie Familievermogensrecht |
Titel Huwelijkse voorwaarden | Categorie Familievermogensrecht |
Titel Verrekenbedingen | Categorie Familievermogensrecht |
Titel Echtscheiding | Categorie Familierecht (overig) |
Titel Economische eigendomsoverdracht | Categorie Registergoederenrecht |
Titel Ruilverkaveling | Categorie Registergoederenrecht |
Titel Verjaring | Categorie Diversen |
Rechtspraak
Beleidsbesluiten
Titel | Instantie | Datum | Nummer | Samenvatting |
---|---|---|---|---|
Instantie Ministerie van Financiën | Datum 23-04-2021 | Nummer 2021-64140 | Samenvatting Op 23 april 2021 is een nieuw besluit gepubliceerd inzake het belastbare feit in de overdrachtsbelasting. Het besluit vervan… | |
Instantie Ministerie van Financiën | Datum 25-03-2013 | Nummer BLKB 2013/88M | Samenvatting Een erflater kan zijn wensen met betrekking tot zijn nalatenschap kenbaar maken via zijn testament. Daarnaast kan een erflat… | |
Instantie Ministerie van Landbouw, Natuur en voedselkwaliteit | Datum 20-08-2009 | Nummer TRCJZ/2009/913 | Samenvatting |
Titel | Instantie | Datum | Nummer | Samenvatting |
---|---|---|---|---|
Instantie Ministerie van Financiën | Datum 15-10-2015 | Nummer BLKB 2015/794M | Samenvatting Dit besluit bevat het beleid over het belastbaar feit in de overdrachtbelasting. Het besluit vervangt het besluit van 3 juni… | |
Instantie Ministerie van Financiën | Datum 03-06-2014 | Nummer BLKB/2014/194M | Samenvatting Op 4 juni 2014 is het besluit ‘Overdrachtsbelasting. Belastbaar feit’ in werking getreden. Het bevat drie nieuwe… | |
Instantie Ministerie van Financiën | Datum 14-12-2011 | Nummer BLKB2011/1803M | Samenvatting Aandacht wordt besteed aan de fiscale gevolgen van de invoering van de derde tranche. | |
Instantie Ministerie van Financiën | Datum 29-06-2011 | Nummer BLKB2011/137M | Samenvatting | |
Instantie Ministerie van Financiën | Datum 18-08-2006 | Nummer CPP2005/2923M | Samenvatting |
Literatuur
Titel | Auteur(s) | Bron |
---|---|---|
Titel Het mysterie van de zoekgeraakte ontbonden huwelijksgemeenschap opgelost | Auteur(s) R.E. Brinkman | Bron FBN 2021/60 |
Titel Over een mysterieuze verdwijning en verschijning | Auteur(s) R.E. Brinkman | Bron FBN 2021/19 |
Titel De 'opvolgende verdeling' vervolgd en gevolgd | Auteur(s) B.M.E.M. Schols | Bron FBN 2020/54 |
Titel Het duistere overnamerecht uit art. 1:96 lid 3 BW | Auteur(s) T.F.H. Reijnen | Bron WPNR 2020/7269 |
Titel Mogelijke fiscale gevolgen van het verhaalsrecht ex art. 1:96, lid 3, BW | Auteur(s) N.C.G. Gubbels | Bron WPNR 2018/7194 |
Titel Het ene hek is het andere niet | Auteur(s) B. Hoops | Bron WPNR 2017/7176 |
Titel Overdrachtsbelasting en (ex-)echtgenoten | Auteur(s) J.C. van Straaten | Bron WPNR 2012/6424 |
Titel Economische eigendom - bezit - verjaring - overdrachtsbelasting (I) | Bron WPNR 2011/6908 | |
Titel Economische eigendom - bezit - verjaring - overdrachtsbelasting, (II, slot) | Auteur(s) J.C. van Straaten | Bron WPNR 2011/6909 |