Verzoek om teruggaaf (art. 31 Wet OB)
1 Inleiding Art. 31 lid 1 Wet OB regelt de situatie van een belastingplichtige die een teruggaaf van omzetbelating wenst. De belastingplichtige moet het verzoek om teruggaaf indienen bij de aangifte over het tijdvak waarin het recht op aftrek is ontstaan. De Inspecteur beslist op het verzoek om teruggaaf bij een voor bezwaar vastbare beschikking (art. 31 lid 8 Wet OB). Het verzoek moet tijdig worden ingediend. Opgemerkt wordt dat het twee soorten van teruggaaf kan betreffen.…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.
Gebruikers van Via Juridica
Bekijk alleWet- en regelgeving
Artikel 31
Artikel 31
1 Een verzoek om teruggaaf van belasting geschiedt bij de aangifte over het tijdvak waarin het recht op teruggaaf is ontstaan.
2 In gevallen waarin geen aangifte op de voet van artikel 14 moet worden ingediend, geschiedt een verzoek om teruggaaf door het doen van aangifte.
3 Indien een verzoek om teruggaaf als bedoeld in het tweede lid, wordt gedaan door een ondernemer die niet in Nederland woont of is gevestigd en aldaar geen vaste inrichting heeft van waaruit zakelijke handelingen worden verricht, maar die is gevestigd in een andere lidstaat, is het bepaalde in afdeling 2, paragrafen 1 en 2 mede van toepassing.
4 Indien een verzoek om teruggaaf als bedoeld in het tweede lid, wordt ingediend door een ondernemer die niet in Nederland en niet in de Unie woont of is gevestigd en aldaar geen vaste inrichting heeft, dient het verzoek betrekking te hebben op belasting waarvoor het recht op teruggaaf is ontstaan in een tijdvak van ten minste drie maanden en ten hoogste een kalenderjaar. Het tijdvak mag evenwel korter zijn dan drie maanden indien deze periode het resterende deel van een kalenderjaar betreft. De verzoeken kunnen mede belasting betreffen waarvoor het recht op teruggaaf is ontstaan in een ander tijdvak van hetzelfde kalenderjaar, maar waarvoor eerder geen verzoek om teruggaaf werd ingediend. Het verzoek moet worden ingediend binnen zes maanden na afloop van het kalenderjaar waarin het recht op teruggaaf is ontstaan.
5 Indien een verzoek om teruggaaf als bedoeld in het tweede lid, wordt ingediend door een ander dan een ondernemer genoemd in het derde lid of vierde lid, dient het verzoek betrekking te hebben op belasting waarvoor het recht op teruggaaf is ontstaan in een kwartaal en moet het verzoek worden ingediend binnen drie maanden na afloop van dat kwartaal.
6 In gevallen als bedoeld in het vierde lid, wordt in afwijking van artikel 17 geen teruggaaf verleend indien het verzoek betrekking heeft op een bedrag aan belasting van minder dan € 400. Betreft een verzoek om teruggaaf als is bedoeld in het vierde lid evenwel een kalenderjaar of het resterende gedeelte daarvan, dan moet het bedrag aan belasting waarop het verzoek betrekking heeft ten minste € 50 belopen.
7 Een ondernemer die niet in de Unie woont of is gevestigd en in Nederland geen vaste inrichting heeft, behoeft bij een verzoek om teruggaaf, in afwijking van artikel 57 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, geen domicilie in Nederland te kiezen. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld omtrent de wijze waarop deze ondernemers moeten aantonen, dat zij ondernemer zijn in de zin van artikel 7.
8 De inspecteur beslist op het verzoek om teruggaaf bij voor bezwaar vatbare beschikking.
9 Op de verzoeken om teruggaaf van belasting, bedoeld in het eerste en tweede lid, is afdeling 4.1.3 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.
Rechtspraak
Titel | Instantie | Datum | Nummer |
---|---|---|---|
Indiening verzoek om teruggaaf omzetbelasting niet gebonden aan termijn indien geen sprake was van verschuldigde omzetbelasting | Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant | Datum 17-12-2019 | Nummer ECLI:NL:RBZWB:2019:5731 |
Teruggaaf van btw geweigerd vanwege verstreken termijnen voor bezwaar en verzoek tot ambtshalve vermindering | Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant | Datum 02-10-2019 | Nummer ECLI:NL:RBZWB:2019:4258 |
Verzoek teruggaaf btw voor zonnepanelen door middel van suppletie-aangifte met negatief bedrag afgewezen | Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant | Datum 21-11-2018 | Nummer ECLI:NL:RBZWB:2018:6495 |
Verzoek om teruggaaf omzetbelasting niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding | Instantie Rechtbank Noord-Nederland | Datum 21-08-2018 | Nummer ECLI:NL:RBNNE:2018:3227 |
Verzoek tot teruggaaf omzetbelasting tijdig ingediend door eigenaar zonnepanelen | Instantie Hoge Raad | Datum 15-12-2017 | Nummer ECLI:NL:HR:2017:3127 |
Wetsvoorstellen
Titel | Dossiernr. | Status | Samenvatting |
---|---|---|---|
Wijziging Wet OB, plaats van dienst teruggaaf aan ondernemers in buitenland | Dossiernr. 31907 | Status In werking getreden | Samenvatting - |
Literatuur
Titel | Auteur(s) | Bron |
---|---|---|
Titel Laatkomers | Auteur(s) M.M.W.D. Merkx | Bron MBB 2019, nr 11.39 |