Verklaring vermoedelijk overlijden / vaststelling van vermissing (art. 4 SW)
Als het bestaan van een persoon onzeker is (bijvoorbeeld in geval van vermissing) en een termijn van vijf jaar is verstreken, dan kunnen belanghebbenden de Rechtbank verzoeken hen op te dragen de vermiste op te roepen om van zijn in leven zijn te doen blijken en, als daarvan niet blijkt, te verklaren dat een rechtsvermoeden van overlijden van de vermiste bestaat (zie uitgebreider de toelichting bij art. 1:413 BW). Voor de toepassing van de Successiewet wordt deze verklaring van vermoe…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.
Gebruikers van Via Juridica
Bekijk alleWet- en regelgeving
Artikel 4
Artikel 4
1 De vaststelling van vermissing wordt, voor de toepassing van deze wet, met werkelijk overlijden in alle opzichten gelijk gesteld, behoudens vermindering van de dientengevolge opgelegde belastingaanslagen in de gevallen bij de artikelen 422 en 423 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek voorzien.
2 De dagtekening van de vaststelling van vermissing wordt als de dag van het overlijden beschouwd.