TBS vermogensbestanddeel aan NV/BV (art. 3.92 Wet IB 2001)
1 Inleiding Het resultaat uit overige werkzaamheden wordt belast in box 1. De wet geeft geen definitie van het begrip werkzaamheid. Wel worden in art. 3.91 en 3.92 Wet IB 2001 een aantal gevallen omschreven wanneer sprake is van een werkzaamheid. Het betreft hier de zogeheten ‘terbeschikkingstellingsregeling’ (tbs-regeling). Op grond van deze bepalingen wordt onder een werkzaamheid mede verstaan:het ter beschikking stellen van een vermogensbestanddeel aan een onderneming van een met…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.
Gebruikers van Via Juridica
Bekijk alleWet- en regelgeving
Artikel 3.92 Ter beschikking stellen van vermogensbestanddelen aan een vennootschap waarin een aanmerkelijk belang wordt gehouden
Artikel 3.92 Ter beschikking stellen van vermogensbestanddelen aan een vennootschap waarin een aanmerkelijk belang wordt gehouden
1 Voorts wordt onder werkzaamheid mede verstaan:
a. het rendabel maken van vermogensbestanddelen – daaronder begrepen de schulden die rechtstreeks samenhangen met die vermogensbestanddelen – voorzover deze vermogensbestanddelen al dan niet tegen vergoeding rechtens dan wel in feite, direct of indirect ter beschikking worden gesteld aan een vennootschap waarin de belastingplichtige of een met hem verbonden persoon, een aanmerkelijk belang heeft als bedoeld in hoofdstuk 4 behoudens indien sprake is van een aanmerkelijk belang op grond van de artikelen 4.10 en 4.11;
b. het rendabel maken van vermogensbestanddelen – daaronder begrepen de schulden die rechtstreeks samenhangen met die vermogensbestanddelen – voorzover deze vermogensbestanddelen al dan niet tegen vergoeding rechtens dan wel in feite, direct of indirect ter beschikking worden gesteld aan een samenwerkingsverband waarvan een vennootschap als bedoeld in onderdeel a deel uitmaakt.
2 Voor de toepassing van dit artikel en de daarop berustende bepalingen wordt:
a. met het ter beschikking stellen van vermogensbestanddelen aan een in het eerste lid bedoelde vennootschap of ten behoeve van een daar bedoeld samenwerkingsverband gelijkgesteld:
1°. het aangaan of het hebben van een schuldvordering alsmede het aangaan of het hebben van rechten uit een spaarovereenkomst of uit een daarmee verwante overeenkomst op een in dat lid bedoelde vennootschap of bedoeld samenwerkingsverband;
2°. het sluiten van een overeenkomst van levensverzekering of het hebben van rechten uit een overeenkomst van levensverzekering waarbij de in dat lid bedoelde vennootschap of bedoeld samenwerkingsverband als verzekeraar optreedt behoudens voorzover de uitkeringen uit die rechten anders in aanmerking zouden worden genomen als een periodieke uitkering of verstrekking als bedoeld in afdeling 3.5;
3°. het vestigen of het hebben van een genotsrecht op een vermogensbestanddeel dat ter beschikking is gesteld aan een in dat lid bedoelde vennootschap of ten behoeve van een in dat lid bedoeld samenwerkingsverband;
4°. het overeenkomen of het hebben van een recht een vermogensbestanddeel dat ter beschikking is gesteld aan een in dat lid bedoelde vennootschap of ten behoeve van een in dat lid bedoeld samenwerkingsverband, te verwerven;
5°. het verkrijgen of het hebben van een recht, anders dan bedoeld in artikel 10a van de Wet op de loonbelasting 1964, of een verplichting een vermogensbestanddeel te verwerven van een in dat lid bedoelde vennootschap of bedoeld samenwerkingsverband;
6°. het verkrijgen of het hebben van een recht of een verplichting een vermogensbestanddeel te vervreemden aan een in dat lid bedoelde vennootschap of bedoeld samenwerkingsverband;
b. onder een met de belastingplichtige verbonden persoon verstaan hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 3.91, tweede lid, onderdelen b en c;
c. een vergoeding voor het aangaan van borgtocht voor schulden van een vennootschap of betreffende een samenwerkingsverband als bedoeld in het eerste lid, aangemerkt als een voordeel uit het ter beschikking stellen van een vermogensbestanddeel;
d. met een vennootschap gelijkgesteld een fonds voor gemene rekening als bedoeld in artikel 4.5 en een coöperatie of vereniging op coöperatieve grondslag;
e. onder het ter beschikking stellen van vermogensbestanddelen niet begrepen het houden van aandelen in een vennootschap en het houden van winstbewijzen van een vennootschap;
f. onder rechten als bedoeld in onderdeel a, onder 4°, 5° en 6° mede verstaan: rechten waarvan de waarde direct of indirect verband houdt met de waardeverandering van een vermogensbestanddeel of met de wijziging van een factor, zoals de rentestand;
g. onder verplichtingen als bedoeld in onderdeel a, onder 5° en 6°, mede verstaan: verplichtingen waarvan de waarde direct of indirect verband houdt met de waardeverandering van een vermogensbestanddeel of met de wijziging van een factor, zoals de rentestand.
3 Op dezelfde wijze als het ter beschikking stellen van vermogensbestanddelen aan een vennootschap waarin een met de belastingplichtige verbonden persoon een aanmerkelijk belang heeft, wordt behandeld het ter beschikking stellen aan een vennootschap waarin een niet onder artikel 3.91, tweede lid, onderdeel b, begrepen bloed- of aanverwant in de rechte lijn van de belastingplichtige of van zijn partner een aanmerkelijk belang heeft, indien het een in het maatschappelijke verkeer ongebruikelijke terbeschikkingstelling is. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld voor de toepassing van dit lid, waaronder regels of sprake is van een in het maatschappelijk verkeer ongebruikelijke terbeschikkingstelling.
4 Indien de belastingplichtige in algehele gemeenschap van goederen is gehuwd en tot die gemeenschap een vermogensbestanddeel als bedoeld in het eerste lid of tweede lid behoort, wordt dit vermogensbestanddeel voor de helft toegerekend aan de belastingplichtige en voor de andere helft aan zijn echtgenoot. De eerste volzin is van overeenkomstige toepassing met betrekking tot een vermogensbestanddeel als bedoeld in het eerste of tweede lid dat behoort tot een beperkte gemeenschap van goederen.
Kennisdossiers
Titel | Categorie |
---|---|
Titel Gemeenschap van goederen | Categorie Familievermogensrecht |
Titel Levensverzekering | Categorie Familierecht (overig) |
Titel Economische eigendomsoverdracht | Categorie Registergoederenrecht |
Titel Terbeschikkingstellingsregelingen | Categorie Belastingrecht |
Rechtspraak
Beleidsbesluiten
Titel | Instantie | Datum | Nummer | Samenvatting |
---|---|---|---|---|
Instantie Ministerie van Financiën | Datum 09-03-2018 | Nummer 2018-27139 | Samenvatting Het verzamelbesluit aanmerkelijk belang van 4 september 2012 (nr. BLKB2012/101M) is geactualiseerd. Nieuw is… | |
Instantie Ministerie van Financiën | Datum 12-03-2013 | Nummer DGB 2013-801 | Samenvatting Toelichting staatssecretaris van 12 maart 2013 nr. DGB 2013-801 n.a.v. uitspraak Hof Arnhem-Leeuwarden van 29 januari 2013… |
Titel | Instantie | Datum | Nummer | Samenvatting |
---|---|---|---|---|
Instantie Ministerie van Financiën | Datum 21-02-2014 | Nummer BLKB 2014/286M | Samenvatting De Staatssecretaris van Financiën heeft een nieuw besluit inzake belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden gepubli… | |
Instantie Ministerie van Financiën | Datum 01-12-2008 | Nummer CPP2008/520M | Samenvatting | |
Instantie Ministerie van Financiën | Datum 24-05-2006 | Nummer CPP2006/76M | Samenvatting |
Literatuur
Titel | Auteur(s) | Bron |
---|---|---|
Titel Rechtskarakter huwelijksgemeenschap (civiel en fiscaal) | Auteur(s) J.C. van Straaten | Bron FTV 2017/46 |
Titel Onzakelijke, ongebruikelijke en ongelijke leningen onder de terbeschikkingstellingsregeling | Auteur(s) J.W.J. de Kort | Bron FTV 2017/38 |
Titel Kunst en art. 3.92 Wet IB 2001: Een ongelukkig samenspel | Auteur(s) S.J.C. Hemels, H.K. Nijkamp | Bron WFR 2016/18 |
Titel Fiscale aspecten van financiering door en van een ab-houder (deel I) | Auteur(s) N.M. Ligthart | Bron WPNR 2016/7094 |
Titel Fiscale aspecten van financiering door en van een ab-houder (deel II, slot) | Auteur(s) N.M. Ligthart | Bron WPNR 2016/7098 |
Titel Onzakelijke leningen: de stand van zaken | Auteur(s) J.H.M. Arts | Bron FTV 2014/56 |