TBS-regeling ook van toepassing op geërfde hoofdgerechtigheid
Casus Grootvader A is in 1985 overleden. Tot zijn nalatenschap behoorden enkele onroerende zaken. De hoofdgerechtigheid van de onroerende zaken is verkregen door drie kleinkinderen van A (waaronder K) en het vruchtgebruik is opvolgend gelegateerd aan A zijn vrouw, A zijn zoon Z en de vrouw van Z, telkens onder de opschortende voorwaarde van vooroverlijden van de eerdergenoemde. Z richt in 1986 D BV op. Een jaar later schenkt Z elk van zijn drie kinderen (waaronder K) een derde van de…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.