Natuurgrondvrijstelling (art. 6a UB BRV)
In art. 15 lid 1 onder s WBR is een vrijstelling opgenomen voor de verkrijging van natuurgrond. Wat onder natuurgrond moet worden verstaan is uitgewerkt in art. 6a UB BRV. Het betreft grond bezet met houdopstanden en natuurterreinen als bedoeld in art. 1 onder b en d Rangschikkingsbesluit Natuurschoonwet 1928. Voor een toelichting op deze vrijstelling wordt verwezen naar Vrijstelling natuurgrond (art. 15.1.s WBR).
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.
Gebruikers van Via Juridica
Bekijk alleWet- en regelgeving
Artikel 6a
Artikel 6a
Onder natuurgrond als bedoeld in artikel 15, eerste lid, onderdeel s, van de wet, wordt verstaan grond bezet met houtopstanden en natuurterreinen als bedoeld in artikel 1, onderdelen b en d, van het Rangschikkingsbesluit Natuurschoonwet 1928.