Afkoop, vervreemding e.d pensioenregeling (art. 19b Wet LB)
1 InleidingIn iedere pensioenregeling moet zijn opgenomen dat de aanspraken niet kunnen worden afgekocht, vervreemd of prijsgegeven, dan wel formeel of feitelijk voorwerp van zekerheid kunnen worden anders dan in de gevallen voorzien bij of krachtens de Pensioenwet of de Wet verplichte beroepspensioenregeling (art. 18 lid 1 onder b Wet LB). Als dit toch het geval is of de aanspraak niet langer als een pensioenregeling is aan te merken, wordt dit gezien als een onregelmatige afwik…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.
Gebruikers van Via Juridica
Bekijk alleWet- en regelgeving
Artikel 19b
Artikel 19b
1 Ingeval op enig tijdstip:
a. een aanspraak ingevolge een pensioenregeling niet langer als zodanig is aan te merken;
b. een aanspraak ingevolge een pensioenregeling wordt afgekocht of vervreemd dan wel formeel of feitelijk voorwerp van zekerheid, anders dan ten behoeve van uitstel van betaling op grond van artikel 25, vijfde lid, van de Invorderingswet 1990, wordt;
c. de zekerheidstelling wordt beëindigd door de werknemer of de gewezen werknemer die zich op grond van artikel 19a, eerste lid, onderdeel d, heeft verplicht deze zekerheid te stellen;
wordt op het onmiddellijk daaraan voorafgaande tijdstip de aanspraak aangemerkt als loon uit een vroegere dienstbetrekking van de werknemer of gewezen werknemer dan wel, indien deze is overleden, van de gerechtigde tot de aanspraak.
2 Ingeval een verplichting ingevolge een pensioenregeling geheel of gedeeltelijk overgaat op een andere verzekeraar wordt de aanspraak ingevolge die regeling geacht te worden afgekocht. De eerste volzin is niet van toepassing ingeval de verplichting ingevolge een pensioenregeling geheel of gedeeltelijk overgaat naar een verzekeraar als bedoeld in artikel 19a, eerste lid, onderdelen a, b of d, mits deze overgang niet in strijd komt met de bepalingen bij of krachtens de artikelen 70 tot en met 91 van de Pensioenwet.
3 Het eerste lid is niet van toepassing ingeval de werknemer of gewezen werknemer in het kader van scheiding van tafel en bed, echtscheiding of beëindiging van de gezamenlijke huishouding een aanspraak ingevolge een pensioenregeling geheel of gedeeltelijk vervreemdt aan zijn echtgenoot of gewezen echtgenoot onderscheidenlijk zijn partner of gewezen partner dan wel omzet in een zodanige aanspraak met als gerechtigde die echtgenoot of gewezen echtgenoot onderscheidenlijk zijn partner of gewezen partner, waarbij die verkregen of omgezette aanspraak voor de toepassing van deze wet wordt geacht de voortzetting te zijn van de aanspraak op een pensioenregeling van de werknemer of gewezen werknemer.
4 Het eerste lid is niet van toepassing voor zover een in onderdeel b van dat lid bedoelde uitkering of afkoopsom wordt uitgekeerd met toepassing van artikel 66, 67 of 68 van de Pensioenwet.
5 Het eerste lid is niet van toepassing bij een vervreemding als bedoeld in artikel 57, vijfde lid, van de Pensioenwet alsmede bij een vermindering als bedoeld in artikel 134, eerste lid, van die wet.
6 Ingeval het ouderdomspensioen of het partnerpensioen bij overlijden op of na pensioendatum van de werknemer of de gewezen werknemer later ingaat dan op de uiterste ingangsdatum, bedoeld in artikel 18a, vierde lid, onderdeel b, dan wel vijfde lid, omdat de omvang van de uitkeringen nog moet worden vastgesteld, wordt in afwijking in zoverre van het eerste lid de aanspraak op het ouderdomspensioen of het partnerpensioen bij overlijden op of na pensioendatum geacht te zijn afgekocht op de datum, bedoeld in de tweede zin, onderscheidenlijk derde zin, indien op die datum nog geen vaststelling van de omvang van de uitkeringen heeft plaatsgevonden. De datum waarop de aanspraak op het ouderdomspensioen ingevolge een pensioenregeling ingevolge de eerste zin niet langer als zodanig wordt aangemerkt is 31 december van het kalenderjaar volgend op het kalenderjaar waarin de uiterste ingangsdatum, bedoeld in artikel 18a, vierde lid, onderdeel b, is gelegen. De datum waarop de aanspraak op het partnerpensioen bij overlijden op of na pensioendatum ingevolge een pensioenregeling ingevolge de eerste zin niet langer als zodanig wordt aangemerkt is 31 december van het tweede kalenderjaar volgend op het kalenderjaar waarin de uiterste ingangsdatum, bedoeld in artikel 18a, vijfde lid, is gelegen. De data, bedoeld in de tweede en derde zin, kunnen door de inspecteur worden uitgesteld wanneer door bijzondere omstandigheden de omvang van de uitkeringen niet voor die data is vastgesteld.
7 Onze Minister kan, zo nodig onder door hem te stellen voorwaarden, bepalen dat het tweede lid, eerste volzin, niet van toepassing is indien de verplichting ingevolge een pensioenregeling overgaat op een niet in Nederland gevestigd pensioenfonds of lichaam dat het verzekeringsbedrijf uitoefent , anders dan bedoeld in artikel 19a, eerste lid, onderdeel d, zulks ter verwerving van aanspraken ingevolge een pensioenregeling in het kader van de aanvaarding van een dienstbetrekking buiten Nederland. De eerste volzin is van overeenkomstige toepassing met betrekking tot de overgang van de verplichting ingevolge een pensioenregeling naar een pensioenfonds van een internationale organisatie in het kader van de aanvaarding van een dienstbetrekking bij die organisatie in Nederland.
8 Voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel a, wordt een aanspraak op een pensioenregeling mede niet langer als zodanig aangemerkt ingeval op enig tijdstip niet langer wordt voldaan aan de voorwaarden gesteld ingevolge het zevende lid of artikel 19d.
Kennisdossiers
Titel | Categorie |
---|---|
Titel Echtscheiding | Categorie Familierecht (overig) |
Titel Pensioen | Categorie Familierecht (overig) |
Titel DGA | Categorie Ondernemingsrecht |
Rechtspraak
Titel | Instantie | Datum | Nummer |
---|---|---|---|
Afstempeling aandelen van pensioen-BV leidt tot belast prijsgeven van pensioenaanspraken | Instantie Hoge Raad | Datum 16-12-2022 | Nummer ECLI:NL:HR:2022:1885 |
Door stamrecht-BV uitgeleende gelden als afkoop aangemerkt vanwege onvoldoende zekerheden | Instantie Rechtbank Noord-Holland | Datum 13-02-2018 | Nummer ECLI:NL:RBNHO:2018:1014 |
Niet uitkeren van pensioen in eigen beheer op ingangsdatum wordt aangemerkt als afkoop | Instantie Hoge Raad | Datum 01-05-2015 | Nummer ECLI:NL:HR:2015:1175 |
Rechtbank: Uitsluitend bovenmatig deel pensioenaanspraak belast bij niet voldoen aan Witteveenkader | Instantie Rechtbank Gelderland | Datum 05-11-2013 | Nummer ECLI:NL:RBGEL:2013:4262 |
Continuïteit BV in gevaar indien pensioen zou worden afgestort | Instantie Gerechtshof Den Haag | Datum 04-06-2013 | Nummer ECLI:NL:GHDHA:2013:CA2416 |
Voor waardebepaling van pensioen afspraak is afwijken van voorgeschreven wettelijke rente niet toegestaan | Instantie Gerechtshof Den Haag | Datum 08-05-2013 | Nummer ECLI:NL:GHDHA:2013:CA1430 |
Hof Den Haag 26-03-2013, nr. BK-11-00177 | Instantie Gerechtshof Den Haag | Datum 26-03-2013 | Nummer ECLI:NL:GHDHA:2013:1842 |
Zolang vereffening nog niet is voltooid, is geen sprake van afkoop stamrecht of AB-voordeel | Instantie Gerechtshof Den Haag | Datum 26-03-2013 | Nummer ECLI:NL:GHDHA:2013:CA4030 |
Opnemen banksaldo van pensioen-bv wordt aan gemerkt als afkoop pensioen | Instantie Parket bij de Hoge Raad | Datum 09-11-2012 | Nummer ECLI:NL:PHR:2012:BW4753 |
Ontbinding BV leidt tot belaste uitkering stamrecht | Instantie Gerechtshof Arnhem | Datum 26-07-2011 | Nummer ECLI:NL:GHARN:2011:BR4571 |
Hof Den Haag 26-01-2010, nr BK-09/00274 | Instantie Gerechtshof 's-Gravenhage | Datum 26-01-2010 | Nummer ECLI:NL:GHSGR:2010:BL3706 |
Wetsvoorstellen
Titel | Dossiernr. | Status | Samenvatting |
---|---|---|---|
Belastingplan 2016 | Dossiernr. 34302 | Status In werking getreden | Samenvatting - |
Belastingplan 2014 | Dossiernr. 33752 | Status In werking getreden | Samenvatting - |
Belastingplan 2013 | Dossiernr. 33402 | Status In werking getreden | Samenvatting - |
Flexibilisering BV recht | Dossiernr. 31058 | Status In werking getreden | Samenvatting - |
Beleidsbesluiten
Titel | Instantie | Datum | Nummer | Samenvatting |
---|---|---|---|---|
Instantie Ministerie van Financiën | Datum 01-07-2016 | Nummer 2016-0000092244 | Samenvatting De Staatsecretaris van Financiën uit al lange tijd de wens om het pensioen in eigen beheer af te schaffen. In de brief… | |
Instantie Ministerie van Financiën | Datum 15-03-2016 | Nummer DB/2016-100 U | Samenvatting De Staatssecretaris van Financiën heeft de wens om een einde te maken aan pensioen in eigen beheer. Hiermee kan in zijn… | |
Instantie Ministerie van Financiën | Datum 04-12-2013 | Nummer DGB 2013-6494 | Samenvatting Rechtbank Gelderland (5 november 2013, nr 11/3084, ECLI:NL:RBGEL:2013:4262) heeft in een geval waarin een pensioenaanspraak… | |
Instantie Ministerie van Financiën | Datum 18-03-2013 | Nummer BLKB 2013/27M | Samenvatting Met het Belastingplan 2013 is een delegatiebepaling aan art. 19b Wet LB toegevoegd op grond waarvan een goedkeuring kan word… | |
Instantie Ministerie van Financiën | Datum 10-09-2012 | Nummer DB/2012/80M | Samenvatting Door de huidige economische ontwikkelingen kunnen BV’s met pensioen in eigen beheer niet altijd meer aan hun verplicht… | |
Instantie Ministerie van Financiën | Datum 31-03-2006 | Nummer CPP2006/507M | Samenvatting |
Literatuur
Titel | Auteur(s) | Bron |
---|---|---|
Titel Loonheffing in de herkansing | Auteur(s) R. Stam | Bron Vp-Bulletin 2023/7 |
Praktisch
Titel | Bron | Type | Categorie |
---|---|---|---|
Centraal Aanspreekpunt Pensioenen | Bron Belastingdienst | Type Pensioen, levensverzekering en zorg | Categorie Verwijzingen voor de notaris |