Ontruimingsvordering afgewezen omdat huurovereenkomst aannemelijk is
V heeft zijn woning aan zijn zoon Z ter beschikking gesteld. In kort geding vordert V ontruiming van de woning, omdat hij zelf weer over de woning wil kunnen beschikken. In geschil is of sprake is van huur.
De Voorzieningenrechter wijst de ontruimingsvordering af en oordeelt dat voldoende aannemelijk is dat in een bodemprocedure zal komen vast te staan dat Z de woning bewoont op grond van een met V gesloten huurovereenkomst. Vanwege de wettelijke huurbescherming moet de voorzieningenrechter zeer terughoudend zijn bij een ontruimingsvordering van een woning als sprake is van huur, ongeacht of de huur voor bepaalde of onbepaalde tijd is aangegaan.
Instantie | Rechtbank Midden-Nederland |
Uitspraakdatum | 07-04-2021 |
ECLI | ECLI:NL:RBMNE:2021:1337 |
Zaaknummer | C/16/517582 / KG ZA 21-112 |
Bijzondere kenmerken | Kort geding |
Vindplaatsen | |
|
V heeft zijn woning aan zijn zoon Z ter beschikking gesteld. In kort geding vordert V ontruiming van de woning, omdat hij zelf weer over de woning wil kunnen beschikken. In geschil is of sprake is van huur. De Voorzieningenrechter wijst de ontruimingsvordering af en oordeelt dat voldoende aannemelijk is dat in een bodemprocedure zal komen vast te staan dat Z de woning bewoont op grond van een met V gesloten huurovereenkomst. Vanwege de wettelijke huurbescherming moet de voorzieningenr…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.
Gebruikers van Via Juridica
Bekijk alleGerelateerde wetstoelichtingen
Algemene bepalingen huur (art. 7:201 - 7:202 BW)
Huur van woonruimte (art. 7:232 - 7:245 BW)