Overeengekomen vergoeding van herzienings-btw ziet niet op het leegstaand gedeelte

Verkoper en koper zijn overeengekomen dat na verkoop van het pand de teruggevorderde herzienings-btw door koper zal worden vergoed aan verkoper. Na een arrest van de Hoge Raad (13 juni 2014, nr 13/00282, ECLI:NL:HR:2014:1376) wordt partijen duidelijk dat ook over de leegstand btw teruggevorderd zal kunnen worden. In geschil is of de bepaling in de koopovereenkomst ook van toepassing is op dit gedeelte van de teruggevorderde btw.

Het Hof overweegt dat zonder de betreffende bepaling in de koopovereenkomst de koper alle gerestitueerde omzetbelasting zelf had mogen behouden. Aangezien partijen zijn overeengekomen van dit uitgangspunt af te wijken, moet de afspraak worden gezien als een wezenlijk onderdeel van de koopprijs en moet voorts worden aangenomen dat de toekomstige restitutie van omzetbelasting bij de onderhandelingen tussen partijen van invloed is geweest op de hoogte van de andere onderdelen van de koopprijs.

Het Hof acht het aannemelijk dat wanneer bij de verkoop van het onroerend goed aan partijen wel bekend zou zijn geweest dat ook over de leegstand omzetbelasting teruggevorderd zou kunnen worden, een ander onderdeel van de koopprijs - zoals de vaste prijs - zou zijn gewijzigd. 
Op basis hiervan concludeert het Hof dat er geen grond is om koper te verplichten de over de leegstand teruggevorderde omzetbelasting te vergoeden aan verkoper, omdat dit gedeelte van de teruggevorderde omzetbelasting eenvoudigweg geen deel heeft uitgemaakt van de tussen partijen overeengekomen prijsafspraken. Dat in de koopovereenkomst geen onderscheid is gemaakt tussen terug te vorderen omzetbelasting die betrekking heeft op het verhuurde gedeelte dan wel betrekking heeft op het leegstaande gedeelte, doet daar niet aan af.