Geen overgang algemeenheid van goederen omdat de vastgoedontwikkelaar het object niet heeft gebruikt voor langdurige exploitatie

Concern X houdt zich bezig met vastgoedontwikkeling. X verkrijgt een kantoorgebouw dat zij ombouwt tot een woningcomplex. Hiervoor zijn een aantal grondige verbouwingen gedaan. X trekt de in rekening gebrachte btw in aftrek. Nadat de appartementen in het complex door de huurders in gebruik zijn genomen, draagt X het gebouw over aan een beleggingsmaatschappij. Tussen X en de Belastingdienst is in geschil of de levering van het gebouw is belast met omzetbelasting. De Rechtbank oordeelt dat de ingrijpende verbouwingen en grote investering van X ertoe leidt dat sprake is van ''in wezen nieuwbouw'' en dat de levering van het gebouw daarom van rechtswege is belast met omzetbelasting. Voor wat betreft de stelling van X dat sprake is van een overgang van een algemeenheid van goederen, oordeelt de Rechtbank dat niet aannemelijk is gemaakt dat het gebouw op enig moment in de onderneming van X heeft gediend als vermogensbestanddeel met als doel er duurzaam opbrengst uit te verkrijgen (verhuuronderneming), terwijl dit na de overdracht kennelijk wel het geval is bij de koper (een belegger). X heeft de appartementen slechts drie en een halve maand zelf verhuurd en X had niet de intentie tot langdurige verhuur als belegging. Dit leidt de Rechtbank tot de conclusie dat in dit geval geen sprake is van een overgang van een algemeenheid van goederen.