Plaatsing van zonnepanelen geeft geen recht op aftrek voorbelasting die drukt op bouw woning (art. 15 Wet OB)

In 2015 koopt X een perceel bouwgrond waarop een woning wordt gebouwd. Op het dak van de woning worden zonnepanelen geïntegreerd. X wenst - gelet op het feit dat het gehele nieuwgebouwde pand ten dienste staat aan en bestemd is voor de opwekking van energie - naast de btw op de aanschaf en installatie van de zonnepanelen, ook de btw in aftrek te brengen die drukt op de aanschaf van het perceel en de bouw van de woning.
De Hoge Raad oordeelt in cassatie dat de aftrek moet worden beperkt tot uitgaven die objectief verband houden met de belastbare activiteit van X. Wanneer vaststaat dat een uitgave niet ten behoeve van de belastbare activiteit is gedaan, kan niet worden aangenomen dat tussen deze uitgave en die activiteit een rechtstreeks en onmiddellijk verband bestaat. Een rechtstreeks en onmiddellijk verband ontbreekt als X de desbetreffende uitgave toch zou hebben gedaan wanneer hij geen belastbare economische activiteit had uitgeoefend. In het oordeel van het Hof ligt besloten dat de kosten voor het perceel en het woonhuis hoe dan ook zouden zijn gemaakt, ook wanneer geen zonnepanelen zouden zijn aangeschaft, zodat niet kan worden gezegd dat deze uitgaven zijn gemaakt ten behoeve van het met zonnepanelen opwekken en tegen vergoeding leveren van energie. Het Hof heeft terecht geoordeeld dat een rechtstreeks en onmiddellijk verband tussen de verwerving van het perceel en de bouw van het woonhuis enerzijds en de levering van energie anderzijds ontbreekt. De plaatsing van de zonnepanelen levert derhalve geen recht op aftrek van de btw op die drukt op de bouw van de woning en de aanschaf van het perceel.