Rechtbank vindt halvering van vordering inzake meerinbreng woning onwenselijk; geen gemeenschapsschuld
Het geregistreerd partnerschap van M en V is in 2022 ontbonden. Op dit geregistreerd partnerschap was de sinds 1 januari 2018 geldende wettelijke gemeenschap van goederen van toepassing. Tussen M en V is onder meer in geschil of de schuld van M (ontstaan ten gevolge van de meerinbreng door V bij de financiering van hun woning) in de tussen hen ontstane gemeenschap van goederen is gevallen.
Naar het oordeel van de Rechtbank moet het uitgangspunt zijn dat deze schuld een eigen schuld is van M en geen gemeenschapsschuld en is het onwenselijk, dat de vordering van degene die meer heeft ingebracht de facto - in economische zin - zou halveren.
Instantie | Rechtbank Noord-Nederland |
Uitspraakdatum | 24-06-2022 |
ECLI | ECLI:NL:RBNNE:2022:2177 |
Zaaknummer | C/19/136521 |
Bijzondere kenmerken | Eerste aanleg - enkelvoudig |
Vindplaatsen | |
|
Het geregistreerd partnerschap van M en V is in 2022 ontbonden. Op dit geregistreerd partnerschap was de sinds 1 januari 2018 geldende wettelijke gemeenschap van goederen van toepassing. Tussen M en V is onder meer in geschil of de schuld van M (ontstaan ten gevolge van de meerinbreng door V bij de financiering van hun woning) in de tussen hen ontstane gemeenschap van goederen is gevallen. Naar het oordeel van de Rechtbank moet het uitgangspunt zijn dat…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.
Gebruikers van Via Juridica
Bekijk alleGerelateerde wetstoelichtingen
Geregistreerd partnerschap (art. 1:80a - 1:80g BW)
Wettelijke gemeenschap van goederen vanaf 1-1-2018 (art. 1:94 BW)