Kennisbank voor het notariaat

Rente derdengeldenrekening heeft als btw-vrijgestelde omzet invloed op 'pro rata' zodat niet alle algemene kosten in aftrek mochten worden gebracht

X (BV) drijft een notariskantoor en verleent uiteenlopende notariële diensten. Voor haar activiteiten beschikt X over een derdengeldenrekening, waartoe zij is verplicht op grond van art. 25 Wna. Op de derdengeldenrekening is door de bank rente vergoed die door X is genoten. In 2011 gaat het om een bedrag van € 114.130, in 2012 om € 113.184 en in 2013 om € 119.215. Deze rente hoefde X niet aan de rechthebbenden van het tegoed op deze rekening te vergoeden. X heeft alle heeft alle voorbelasting op haar algemene kosten in aftrek gebracht. Na een in 2016 en 2017 uitgevoerd boekenonderzoek heeft de inspecteur omzetbelasting een deel van die afgetrokken voorbelasting nageheven. Daarbij heeft hij zich op het standpunt gesteld dat X in zoverre een evenredige (‘pro rata’) aftrek moet toepassen, waarbij de rente als omzet uit vrijgestelde handelingen in aanmerking moet worden genomen. Voorts wordt een boete van 10% opgelegd.
Volgens Rechtbank Noord-Holland vormt de rente die is genoten vanwege het positieve saldo op de derdengeldenrekening de vergoeding voor enige door X als ondernemer verrichte handeling als bedoeld in art. 1 onder a Wet OB. De vrijstelling van art. 11 lid 1 onder j Wet OB is van toepassing. Er is geen sprake van omzet uit bijkomstige financiële handelingen die op grond van art. 174 lid 2 Btw-richtlijn buiten beschouwing kan blijven bij het bepalen van het pro rata. X heeft geen pleitbaar standpunt, zodat de opgelegde boete terecht is.

Bekijk samenvatting procedure
Instantie Rechtbank Noord-Holland
Uitspraakdatum 07-04-2022
ECLI ECLI:NL:RBNHO:2022:4656
Zaaknummer AWB - 20 _ 3723
Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
  • Viditax (FutD), 20-6-2022
  • V-N Vandaag 2022/1546
  • NLF 2022/1214
  • FutD 2022-1797
  • V-N 2022/32.2.3
  • NTFR 2022/3233 met annotatie van drs. M.J.M.A. Toet, Msc

X (BV) drijft een notariskantoor en verleent uiteenlopende notariële diensten. Voor haar activiteiten beschikt X over een derdengeldenrekening, waartoe zij is verplicht op grond van art. 25 Wna. Op de derdengeldenrekening is door de bank rente vergoed die door X is genoten. In 2011 gaat het om een bedrag van € 114.130, in 2012 om € 113.184 en in 2013 om € 119.215. Deze rente hoefde X niet aan de rechthebbenden van het tegoed op deze rekening te vergoeden. X heeft alle…

Verder lezen?

Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.


Inloggen via Legal Intelligence

Geen inloggegevens?

Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.

Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!

Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.


Gebruikers van Via Juridica

Bekijk alle

Gerelateerde wetstoelichtingen


Aftrek van voorbelasting (art. 15 Wet OB)