Resten van bebouwing op perceel verhinderen niet dat perceel als bouwterrein moet worden aangemerkt
De resten van bebouwing op een perceel grond verhinderen niet dat de grond als bouwterrein moet worden aangemerkt. Uit de intentie van partijen, ondersteund door objectieve gegevens, blijkt dat de grond daadwerkelijk is bestemd om te worden bebouwd en dat eventuele resten van bebouwing zouden worden gesloopt. Derhalve heeft de Inspecteur de grond terecht als bouwterrein in de zin van art. 11 lid 4 Wet OB aangemerkt, en is de levering niet vrijgesteld van omzetbelasting.
In cassatie oordeelt de Hoge Raad dat op grond van de jurisprudentie van destijds de levering van een onderhavige onroerende zaak niet als de levering van een bouwterrein in de zin van art. 11 lid 4 Wet OB werd aangemerkt. Die levering was daarom volgens die rechtspraak vrijgesteld. Het feit dat dit in strijd is met de BTW-richtlijn zou grond kunnen vormen voor naheffing op de voet van art. 20 AWR. De uitoefening van deze bevoegdheid tot naheffing wordt echter beperkt door het algemene beginsel van rechtszekerheid. Rechten van belastingplichtigen, waaronder begrepen het recht op toepassing van een vrijstelling - die zijn verworven door te handelen overeenkomstig de door de nationale rechter in hoogste instantie gewezen jurisprudentie, kunnen hen niet met terugwerkende kracht worden ontnomen, indien - zoals in het onderhavige geval - nadien blijkt dat die jurisprudentie in strijd is met bepalingen van een Europese richtlijn.
Instantie | Hoge Raad |
Uitspraakdatum | 07-12-2018 |
ECLI | ECLI:NL:HR:2018:2260 |
Zaaknummer | 17/01767 |
Bijzondere kenmerken | Cassatie |
Vindplaatsen | |
|
De resten van bebouwing op een perceel grond verhinderen niet dat de grond als bouwterrein moet worden aangemerkt. Uit de intentie van partijen, ondersteund door objectieve gegevens, blijkt dat de grond daadwerkelijk is bestemd om te worden bebouwd en dat eventuele resten van bebouwing zouden worden gesloopt. Derhalve heeft de Inspecteur de grond terecht als bouwterrein in de zin van art. 11 lid 4 Wet OB aangemerkt, en is de levering niet vrijgesteld van omzetbelasting.In cassatie oordeelt de…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.
Gebruikers van Via Juridica
Bekijk alleGerelateerde wetstoelichtingen
Bouwterrein (art. 11 lid 6 Wet OB)
Levering onroerende zaken (art. 11.1.a Wet OB)
Overgang algemeenheid van goederen (art. 37d Wet OB)