Schriftelijke verklaring om levensbeëindiging was niet dubbelzinnig of onduidelijk
Instantie | Hoge Raad |
Uitspraakdatum | 21-04-2020 |
ECLI | ECLI:NL:HR:2020:713 |
Zaaknummer | 19/05016 |
Bijzondere kenmerken | Cassatie in het belang der wet |
Vindplaatsen | |
|
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN STRAFKAMER Nummer 19/05016 CW Datum 21 april 2020 BESCHIKKING op het beroep in cassatie in het belang van de wet van de procureur-generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden tegen de beslissing van het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg van 19 maart 2019, nummer C2018.352, in de zaak van [de arts] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1950, hierna: de arts tegen INSPECTIE GEZONDHEIDSZORG EN JEUGD. Het onderwerp van deze zaak Het gaat in deze zaak om…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.
Gebruikers van Via Juridica
Bekijk alleGerelateerde wetstoelichtingen
Overeenkomst inzake geneeskundige behandeling (art. 7:446 - 7:468 BW)