Statutenwijziging door Rechtbank omdat Raad van Toezicht geen leden meer heeft

Stichting A heeft volgens haar statuten een Raad van Toezicht. Alle leden daarvan zijn vier jaar na de oprichting van de stichting afgetreden omdat zij statutair niet meer herbenoembaar waren.
De Rechtbank oordeelt dat art. 2:299 BW niet naar analogie kan worden toegepast op de benoeming van leden van een Raad van Toezicht wegens het gesloten systeem van verzoekschriftprocedures. Vervolgens wijzigt de Rechtbank de statuten van Stichting A op grond van art. 2:294 BW zodanig, dat het bestuur bevoegd is minimaal een lid van de Raad van Toezicht te benoemen indien alle leden van de Raad van Toezicht ontbreken en de Raad van Toezicht niet zelf in de vacature heeft voorzien.