Sterke bewijsvermoedens art. 1:141 lid 3 BW en art. 1:136 lid 2 BW
Bekijk samenvatting procedureInstantie | Hoge Raad |
Uitspraakdatum | 17-12-2021 |
ECLI | ECLI:NL:HR:2021:1922 |
Zaaknummer | 19/05481 |
Bijzondere kenmerken | Cassatie |
Vindplaatsen | |
|
Voer hier de samenvatting in HOGE RAAD DER NEDERLANDEN CIVIELE KAMER Nummer 19/05481 Datum 17 december 2021 BESCHIKKING In de zaak van [de vrouw], wonende te [woonplaats], VERZOEKSTER tot cassatie, hierna: de vrouw, advocaat: M.E. Bruning. tegen [de man], wonende te [woonplaats], VERWEERDER in cassatie, hierna: de man, advocaat: D.Th.J. van der Klei. 1. Procesverloop Voor het verloop van het geding tot aan de tussenbeschikking van 16 april 2021 (ECLI:NL:HR:2021:584) verwijst de Hoge Raad naar…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.
Gebruikers van Via Juridica
Bekijk alleGerelateerde wetstoelichtingen
Herbelegging te verrekenen vermogen (art. 1:136 BW)
Verrekening saldo (art. 1:141 BW)