Teruggaaf van btw geweigerd vanwege verstreken termijnen voor bezwaar en verzoek tot ambtshalve vermindering
X heeft een administratiekantoor en is sinds 2005 btw-ondernemer. In 2012 schaft hij zonnepalen aan voor zijn privé-woning. Hij brengt de btw niet in aftrek (op dat moment was onduidelijk of men daarvoor btw ondernemer was). Naar aanleiding van het arrest van de Hoge Raad van 15 december 2017 doet hij in 2018 een verzoek tot teruggaaf van btw met betrekking tot de zonnepanelen. Dit verzoek wordt door de inspecteur geweigerd omdat het verzoek te laat is wat betreft het bezwaar tegen voldoening op btw-aangifte 2012, alsmede niet is ingediende binnen de vijf jaarstermijn voor een verzoek om ambtshalve vermindering op grond van art. 65 AWR. Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het verzoek om teruggaaf op grond van art. 31 Wet OB te laat is ingediend. Het arrest van de Hoge Raad van 15 december 2017 (nr. 15/05937, ECLI:NL:HR:2017:3127) is niet op X van toepassing omdat hij in 2012 al btw-ondernemer was en dus in 2012 een verzoek had moeten doen. Voor de btw is sprake van één ondernemer met twee ondernemingsactiviteiten. Dat X pas na 2012 wist dat hij de btw met betrekking tot de zonnepanelen kon terugvragen maakt dit niet anders. Het recht op aftrek is namelijk niet ontstaan als gevolg van het arrest van het Hof van Justitie van 20 juni 2013 (nr. C 219/12, ECLI:EU:C:2013:413, Fuchs) , maar het bestond al in 2012. De termijn dient de rechtszekerheid. Dit geldt ook voor de overschrijding van de termijn van zes weken voor het indienen van een bezwaar tegen voldoening op aangifte. Ook deze termijn overschrijding is niet verschoonbaar. De rechtbank begrijpt overigens wel de frustratie van X en het gevoel van onrechtvaardigheid omdat hij niet eerder stappen heeft gezet omdat hij niet wist dat er recht op aftrek was. Tegen het niet toepassen van de ambtshalve teruggaaf staat geen rechtsmiddel open.
Instantie | Rechtbank Zeeland-West-Brabant |
Uitspraakdatum | 02-10-2019 |
ECLI | ECLI:NL:RBZWB:2019:4258 |
Zaaknummer | AWB - 19 _ 509 |
Bijzondere kenmerken | Eerste aanleg - enkelvoudig |
Vindplaatsen | |
|
X heeft een administratiekantoor en is sinds 2005 btw-ondernemer. In 2012 schaft hij zonnepalen aan voor zijn privé-woning. Hij brengt de btw niet in aftrek (op dat moment was onduidelijk of men daarvoor btw ondernemer was). Naar aanleiding van het arrest van de Hoge Raad van 15 december 2017 doet hij in 2018 een verzoek tot teruggaaf van btw met betrekking tot de zonnepanelen. Dit verzoek wordt door de inspecteur geweigerd omdat het verzoek te laat is wat betreft het bezwaar tegen voldo…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.