Toestemming echtgenote wegens vermogensinstandhoudingsverklaring

Het afgeven van een vermogensinstandhoudingsverklaring door een (indirect) bestuurder van een BV is in casu een rechtshandeling die ex art. 1:88 lid 1 sub c BW toestemming behoeft van de echtgenote van de bestuurder. Voor de toepassing van de uitzondering van art. 1:88 lid 5 BW is onder meer vereist dat de rechtshandeling geschiedt ten behoeve van de normale uitoefening van het bedrijf van de BV. In casu is hiervan geen sprake omdat de vermogensinstandhoudingsverklaring een uitzonderlijk, met de acuut dreigende discontinuiteit van de onderneming samenhangend karakter heeft.