Verjaring van vordering is geen gift en dus niet voor inkorting vatbaar
Kan het laten verjaren van een vordering worden aangemerkt als een, voor inkorting vatbare, gift? De Rechtbank oordeelt dat, hoewel ook in geval van niet-handelen onder omstandigheden sprake kan zijn van een gift, het onbewust laten verjaren van een vordering tot terugbetaling uit hoofde van een geldlening niet kwalificeert als een gift ex art. 7:186 lid 2 BW. Bij een onbewust niet-handelen kan namelijk geen sprake zijn van een bewuste bevoordeling. Aan de vraag of sprake is van een voor inkorting vatbare gift (art. 4:89 lid 2 BW) komt de Rechtbank daarom niet toe.
Instantie | Rechtbank Den Haag |
Uitspraakdatum | 20-07-2016 |
ECLI | ECLI:NL:RBDHA:2016:8442 |
Zaaknummer | C/09/501590 / HA ZA 15-1384 |
Bijzondere kenmerken | Bodemzaak |
Vindplaatsen | |
|
Kan het laten verjaren van een vordering worden aangemerkt als een, voor inkorting vatbare, gift? De Rechtbank oordeelt dat, hoewel ook in geval van niet-handelen onder omstandigheden sprake kan zijn van een gift, het onbewust laten verjaren van een vordering tot terugbetaling uit hoofde van een geldlening niet kwalificeert als een gift ex art. 7:186 lid 2 BW. Bij een onbewust niet-handelen kan namelijk geen sprake zijn van een bewuste bevoordeling. Aan de vraag of sprake is van een voor inkort…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.
Gebruikers van Via Juridica
Bekijk alleGerelateerde wetstoelichtingen
Legitieme portie (art. 4:63 - 4:92 BW)
Schenking (art. 7:175 - 7:188 BW)