Kennisbank voor het notariaat

Verkoop aanmerkelijk belang met terugwerkende kracht is niet van invloed op moment eindigen terbeschikkingstelling

A is voor tweederde deel eigenaar van een onroerende zaak die wordt verhuurd aan X BV. A is enig aandeelhouder van A BV en A BV houdt een belang van 28% in X BV zodat sprake is van terbeschikkingstelling ex art. 3.92 Wet IB 2001. In juli 2007 sluit A BV een overeenkomst tot vervreemding van de aandelen in X BV. In de overeenkomst wordt opgenomen dat het aandelenpakket vanaf 1 januari 2007 voor rekening en risico komt van de koper. De aandelen worden in augustus 2007 geleverd. In geschil is op welk moment voor A de terbeschikkingstelling van de onroerende zaak is geëindigd en fiscale afrekening moet plaatsvinden over de in het pand besloten liggende meerwaarde.
Het Hof stelt voorop dat de terbeschikkingstelling eindigt op het moment waarop niet langer sprake is van een (middellijk) aanmerkelijk belang bij A. De afspraak dat de overeenkomst terugwerkende kracht heeft, is slechts een element van de prijsbepaling bij de verkoop van de aandelen en niet van belang voor de vraag op welk moment het aanmerkelijk belang is geëindigd.
De Hoge Raad is het eens met het Hof. Dat het aandelenpakket reeds met ingang van 1 januari 2007 voor rekening en risico van koper(s) komt brengt niet mee dat de terbeschikkingstelling met terugwerkende kracht eindigt. De terbeschikkingstelling eindigt in 2007 wat ervoor zorgt dat het behaalde resultaat in 2007 in aanmerking moet worden genomen. De Hoge Raad verwerpt tevens de stelling dat sprake is van discriminatie, ook een ondernemer die zijn onderneming staakt en het pand blijft verhuren aan die onderneming, moet de in het pand gelegen stille reserve tot de stakingswinst rekenen. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.

Bekijk samenvatting procedure
Instantie Hoge Raad
Uitspraakdatum 19-02-2016
ECLI ECLI:NL:HR:2016:253
Zaaknummer 14/03555
Bijzondere kenmerken Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
  • V-N 2016/13.11 met annotatie van Redactie
  • V-N Vandaag 2016/359
  • Belastingadvies 2016/6.6
  • FED 2016/45 met annotatie van S.J. Mol-Verver
  • BNB 2016/126 met annotatie van E.J.W. Heithuis
  • FutD 2016-0428 met annotatie van Fiscaal up to Date
  • NTFR 2016/734 met annotatie van MR. E. ALINK
  • NLF 2017/0115 met annotatie van

A is voor tweederde deel eigenaar van een onroerende zaak die wordt verhuurd aan X BV. A is enig aandeelhouder van A BV en A BV houdt een belang van 28% in X BV zodat sprake is van terbeschikkingstelling ex art. 3.92 Wet IB 2001. In juli 2007 sluit A BV een overeenkomst tot vervreemding van de aandelen in X BV. In de overeenkomst wordt opgenomen dat het aandelenpakket vanaf 1 januari 2007 voor rekening en risico komt van de koper. De aandelen worden in augustus 2007 geleverd. In gesch…

Verder lezen?

Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.


Inloggen via Legal Intelligence

Geen inloggegevens?

Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.

Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!

Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.


Gebruikers van Via Juridica

Bekijk alle