Kennisbank voor het notariaat

Vernietiging schenking wegens wederzijdse dwaling leidt tot vermindering van schenkbelasting, tenzij de dwaling is voorgewend

A heeft in 2015 een woning van zijn oudtante gekocht. De oudtante heeft aangegeven dat A de woning voor € 100.000 minder dan de waarde mocht kopen. Een adviseur heeft A geadviseerd het voordeel te lenen in plaats van te schenken, omdat hiermee een belastingvoordeel zou worden behaald van € 12.000. Nadat A dit met zijn oudtante had besproken, besluit de oudtante het voordeel toch te schenken. Achteraf blijkt het bedrag van de ter zake van de schenking verschuldigde schenkbelasting hoger uit te vallen dan € 12.000. Naar aanleiding hiervan hebben A en de oudtante in 2016 de schenkingsovereenkomst vernietigd wegens wederzijdse dwaling en omgezet in een lening. Deze lening werd in 2017 kwijtgescholden. In hoger beroep heeft het Hof geoordeeld dat een vernietiging wegens wederzijdse dwaling alleen aan de Belastingdienst kan worden tegengeworpen, indien de partijen bij het sluiten van de schenkingsovereenkomst in vermoedelijke zekerheid verkeerden dat zij een juiste voorstelling hadden van het tarief van de schenkbelasting. In cassatie oordeelt de Hoge Raad dat het Hof hiermee A een te zware bewijslast heeft opgelegd. Indien een schenkingsovereenkomst is vernietigd wegens wederzijdse dwaling en ten gevolge hiervan een terugvorderingsrecht wordt uitgeoefend, kan de ter zake van de schenking opgelegde aanslag schenkbelasting op grond van art. 53 lid 1 SW worden verminderd, tenzij de Belastingdienst aannemelijk kan maken dat de vernietiging van de schenkingsovereenkomst door de bij de vernietiging betrokken partijen slechts is voorgewend. Naast deze maatstaf is voor toepassing van art. 6:228 lid 2 BW geen plaats. De zaak is verwezen naar Hof Den Bosch, waarbij ook onderzocht moet worden of de in art. 53 lid 6 SW genoemde termijn van acht maanden in acht is genomen.

Bekijk samenvatting procedure
Instantie Hoge Raad
Uitspraakdatum 10-01-2020
ECLI ECLI:NL:HR:2020:1
Zaaknummer 19/01199
Bijzondere kenmerken Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
  • Viditax (FutD), 10-01-2020
  • V-N Vandaag 2020/79
  • FutD 2020-0085 met annotatie van Fiscaal up to Date
  • NTFR 2020/157 met annotatie van mr. A. de Vries
  • V-N 2020/4.11 met annotatie van Redactie
  • ERF-Updates.nl 2020-0014
  • NLF 2020/0314 met annotatie van Nicole Gubbels
  • RN 2020/14
  • FED 2020/34 met annotatie van G.C.D. Grauss
  • NJB 2020/590
  • BNB 2020/37 met annotatie van A.O. LUBBERS

A heeft in 2015 een woning van zijn oudtante gekocht. De oudtante heeft aangegeven dat A de woning voor € 100.000 minder dan de waarde mocht kopen. Een adviseur heeft A geadviseerd het voordeel te lenen in plaats van te schenken, omdat hiermee een belastingvoordeel zou worden behaald van € 12.000. Nadat A dit met zijn oudtante had besproken, besluit de oudtante het voordeel toch te schenken. Achteraf blijkt het bedrag van de ter zake van de schenking verschuldigde schenkbelasting hoge…

Verder lezen?

Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.


Inloggen via Legal Intelligence

Geen inloggegevens?

Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.

Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!

Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.


Gebruikers van Via Juridica

Bekijk alle