Kennisbank voor het notariaat

Woning valt onder art. 10 SW als bedongen huur lager is dan 6% van de WOZ-waarde in onbezwaarde staat

Erflaatster E overlijdt in 2011 en laat haar vier kinderen als erfgenamen achter. Aan erfgenaam A heeft E in 2010 haar woning onder voorbehoud van een huurrecht verkocht. De (getaxeerde) koopprijs was daarbij gesteld op de waarde van de woning in verhuurde staat, aan deze waarde is de huurprijs ontleend (ruim 6% van de waarde in verhuurde staat). Bij het overlijden van E wordt de verkrijging van de woning door de Inspecteur aangemerkt als een verkrijging krachtens erfrecht ex art. 10 lid 3 SW. Nu de huurprijs minder bedroeg dan 6% van de WOZ-waarde van de woning in onbezwaarde staat, heeft E volgens de inspecteur tijdens haar leven (als gevolg van de fictie van art. 10 lid 3 SW) een genot van vruchtgebruik gehad.
De Hoge Raad oordeelt dat art. 10 SW van toepassing is omdat de betaalde huursom minder bedraagt dan 6% van de WOZ-waarde van de woning in onbezwaarde staat. Dat E altijd een marktconforme en dus een zakelijke huurprijs heeft betaald, is niet relevant.
Art. 10 lid 3 SW bepaalt dat als de huurprijs niet gelijk is aan 6% van de WOZ-waarde in onbezwaarde staat, E geacht wordt het genot van een vruchtgebruik te hebben gehad. De vraag of partijen zakelijk hebben gehandeld, speelt daarbij geen rol.
Nu het een overdracht betreft van na de introductie van art. 10 lid 3 in de Successiewet (per 1 januari 2010), gaat het beroep van E op de beleidsbesluiten die zijn geschreven voor huursituaties die reeds bestonden op 1 januari 2010 niet op.
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.

Bekijk samenvatting procedure
Instantie Hoge Raad
Uitspraakdatum 08-04-2016
ECLI ECLI:NL:HR:2016:583
Zaaknummer 15/00281
Bijzondere kenmerken Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
  • V-N Vandaag 2016/772
  • Belastingadvies 2016/9.9
  • V-N 2016/22.16 met annotatie van Redactie
  • FED 2016/61 met annotatie van J.W. Zwemmer
  • RN 2016/60
  • BNB 2016/145 met annotatie van I.J.F.A. van Vijfeijken
  • FutD 2016-0894 met annotatie van Fiscaal up to Date
  • NTFR 2016/1173 met annotatie van mr. W. Verstijnen
  • ERF-Updates.nl 2016-0085
  • NLF 2017/0240 met annotatie van

Erflaatster E overlijdt in 2011 en laat haar vier kinderen als erfgenamen achter. Aan erfgenaam A heeft E in 2010 haar woning onder voorbehoud van een huurrecht verkocht. De (getaxeerde) koopprijs was daarbij gesteld op de waarde van de woning in verhuurde staat, aan deze waarde is de huurprijs ontleend (ruim 6% van de waarde in verhuurde staat). Bij het overlijden van E wordt de verkrijging van de woning door de Inspecteur aangemerkt als een verkrijging krachtens erfrecht ex art. 10 lid 3 SW.…

Verder lezen?

Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.


Inloggen via Legal Intelligence

Geen inloggegevens?

Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.

Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!

Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.


Gebruikers van Via Juridica

Bekijk alle