Aandachtspunten en valkuilen bij de formulering van een kettingbeding als derdenbeding

Contractuele verplichtingen met betrekking tot een registergoed gaan niet van rechtswege over met de overdracht van dat goed. Voor de overgang van verplichtingen om (actief) iets te doen, kunnen partijen zich (uitsluitend) van een kettingbeding bedienen. Als partijen een bepaalde verplichting 'als kettingbeding' overeenkomen, is het aan de notaris om dat vorm te geven in de leveringsakte. Het opleggen en ‘doorleggen’ vereist zorgvuldigheid van de notaris. Het arrest van Hof Arnhem-Leeuwarden van 7 mei 2019 (ECLI:NL:GHARL:2019:3995) maakt duidelijk dat die zorgvuldigheid noodzakelijk is voor het intreden van het beoogde rechtsgevolg.