Discretionair vermogen van Liechtensteinse Stiftung is een APV en leidt tot fictieve erfrechtelijke verkrijging
CasusM en V waren in gemeenschap van goederen gehuwd. In 1994 is de Liechtensteinse Stiftung A opgericht en hebben M en V daarin vermogen ingebracht middels een schenkingsovereenkomst. Uit de statuten van A blijkt dat het bestuur naar eigen inzicht over het vermogen kan beschikken ten behoeve van de kring van potentiële verkrijgers ('beneficiaries') en dat de beneficiaries geen afdwingbare rechten hebben jegens het afgezonderde vermogen. Dat het bestuur de bevoegdheid heeft om naar eigen…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.
Gebruikers van Via Juridica
Bekijk alleProcedureverloop
Hoge Raad, 07-07-2023, ECLI:NL:HR:2023:948
Parket bij de Hoge Raad, 21-12-2022, ECLI:NL:PHR:2022:1234
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 28-09-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:9196
Rechtbank Gelderland, 12-10-2020, ECLI:NL:RBGEL:2020:5411
Gerelateerde wetstoelichtingen
Afgezonderd particulier vermogen (art. 2.14a Wet IB 2001)
Vererving afgezonderd particulier vermogen (art. 16 SW)