Geen toepassing BOR SW vanwege ontbreken materiële onderneming in BV
CasusEchtgenoot M en kinderen A en B (hierna: eisers) zijn erfgenamen van V. Tot de nalatenschap behoort de in gemeenschap met M gehouden 76,5% van de certificaten van aandelen in F BV. F BV houdt 100% van de aandelen in G BV, die op de overlijdensdatum 21 onroerende zaken bezat, waaronder woningen en bedrijfspanden die grotendeels zijn verhuurd. In geschil is of de Inspecteur terecht de faciliteit van de BOR (art. 35b SW) heeft geweigerd. Het geschil spitst zich toe op de vraag of G BV een mat…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.
Gebruikers van Via Juridica
Bekijk alleProcedureverloop
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 22-06-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:6063
Rechtbank Gelderland, 28-06-2019, ECLI:NL:RBGEL:2019:2799
Gerelateerde wetstoelichtingen
Ondernemingsvermogen (art. 35c SW)
Vereisten erflater of schenker (art. 35d SW)