Kennisbank voor het notariaat

Geen toepassing BOR SW vanwege ontbreken materiële onderneming in BV

Echtgenoot M en kinderen A en B (hierna: eisers) zijn erfgenamen van V. Tot de nalatenschap behoort de in gemeenschap met M gehouden 76,5% van de certificaten van aandelen in F BV. Deze BV houdt 100% van de aandelen in G BV die op de overlijdensdatum 21 onroerende zaken bezat, waaronder woningen en bedrijfspanden die grotendeels zijn verhuurd.
In geschil is of de BOF SW van toepassing is omdat G BV een materiële onderneming dreef ten tijde van het overlijden van V.
Het Hof overweegt dat de verhuuractiviteiten in zijn geheel dienen te worden bezien en neemt daarbij ook het behaalde rendement mee in zijn overweging, omdat dit licht kan werpen op de aard en omvang van de werkzaamheden. Met het verhuren van panden die beschermd monument of beschermd stadsgezicht zijn, zijn geen dusdanige risico''s of werkzaamheden gemoeid die normaal vermogensbeheer overstijgen. Bij een pand dat binnen een jaar voor het overlijden is aangeschaft, is niet voldaan aan de bezitstermijn omdat onvoldoende aannemelijk is gemaakt dat ten minste een jaar voor de sterfdatum al een concreet voornemen aanwezig was om het pand aan te kopen en te ontwikkelen/verbouwen. Ook is ten aanzien van het opdelen van moeilijk verhuurbare kantoorruimtes in kleinere verhuurbare units voor kortere verhuurperioden niet aannemelijk gemaakt dat sprake is van meer dan normaal vermogensbeheer.
Gelet op deze overwegingen oordeelt het Hof dat niet aannemelijk is gemaakt dat G BV voldoet aan de ''arbeid-plus''-toets en de ''rendement-plus''-toets. Dat de verhuuropbrengsten worden gegenereerd door G BV die ook haar reserves gebruikt om bestaande panden te (her-)ontwikkelen of nieuwe panden te verwerven, doet aan het voorgaande niet af. 

Bekijk samenvatting procedure
Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Uitspraakdatum 22-06-2021
ECLI ECLI:NL:GHARL:2021:6063
Zaaknummer 19/01012 t/m 19/01014
Bijzondere kenmerken Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
  • Viditax (FutD), 2-7-2021
  • FutD 2021-2074
  • V-N Vandaag 2021/1632
  • NLF 2021/1374
  • ERF-Updates.nl 2021-0184
  • V-N 2021/37.1.2
  • V-N 2021/49.23.12
  • NTFR 2022/317 met annotatie van dr. A. Rozendal
  • NTFR 2021/2304 met annotatie van dr. A. Rozendal

Echtgenoot M en kinderen A en B (hierna: eisers) zijn erfgenamen van V. Tot de nalatenschap behoort de in gemeenschap met M gehouden 76,5% van de certificaten van aandelen in F BV. Deze BV houdt 100% van de aandelen in G BV die op de overlijdensdatum 21 onroerende zaken bezat, waaronder woningen en bedrijfspanden die grotendeels zijn verhuurd. In geschil is of de BOF SW van toepassing is omdat G BV een materiële onderneming dreef ten tijde van het overlijden van V.Het Hof overweegt dat de…

Verder lezen?

Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.


Inloggen via Legal Intelligence

Geen inloggegevens?

Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.

Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!

Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.


Gebruikers van Via Juridica

Bekijk alle