Verjaring van vordering is geen gift en dus niet voor inkorting vatbaar
CasusMoeder overlijdt met achterlating van een zoon (Z) en dochter (D) als erfgenamen. In haar hoedanigheid van erfgenaam vordert D van X - de echtgenote van Z - terugbetaling van het in 1996 geleende bedrag van ruim € 80.0000. Tussen D en X is in geschil of de vordering tot terugbetaling is verjaard en zo ja, of het laten verjaren van de vordering is aan te merken als een, voor inkorting vatbare, gift. RechtbankDe Rechtbank oordeelt dat de vorderin…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.
Gebruikers van Via Juridica
Bekijk alleGerelateerde wetstoelichtingen
Legitieme portie (art. 4:63 - 4:92 BW)
Schenking (art. 7:175 - 7:188 BW)