Een verbouwing zal niet snel zó ingrijpend zijn dat daardoor in wezen een vervaardigd gebouw ontstaat
CasusEen BTW-ondernemer heeft een onroerende zaak verbouwd voor een bedrag van circa € 7.000.000. Vervolgens is de onroerende zaak geleverd aan X. X meent dat door de verbouwing een nieuwe onroerende zaak is ontstaan op grond van art. 11 lid 5 sub b Wet OB, waardoor de levering is belast met omzetbelasting. De Inspecteur betwist dit. RechtbankDe Rechtbank heeft naar aanleiding van deze zaak prejudiciële vragen gesteld aan de Hoge Raad over de invulling van het begrip 'in wez…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.
Gebruikers van Via Juridica
Bekijk alleProcedureverloop
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 27-03-2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:1980
Hoge Raad, 04-11-2022, ECLI:NL:HR:2022:1577
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 31-01-2022, ECLI:NL:RBZWB:2022:378
Gerelateerde wetstoelichtingen
Gebouw, eerste ingebruikneming, erbij behorend terrein (art. 11 lid 5 Wet OB)