Rechtbank stelt prejudiciële vragen inzake begrip 'in wezen nieuwbouw'
Bekijk samenvatting procedureInstantie | Rechtbank Zeeland-West-Brabant |
Uitspraakdatum | 31-01-2022 |
ECLI | ECLI:NL:RBZWB:2022:378 |
Zaaknummer | 19/5757 |
Bijzondere kenmerken | Eerste aanleg - meervoudig ; Tussenuitspraak |
Vindplaatsen | |
|
Voer hier de samenvatting in RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT Belastingrecht, meervoudige kamer Locatie: Breda Zaaknummer BRE 19/5757 uitspraak van 31 januari 2022 Tussenuitspraak als bedoeld in als bedoeld in hoofdstuk V, afdeling 2a, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (hierna: AWR) in het geding tussen [belanghebbende] , gevestigd te [vestigingsplaats] ( [land] ), belanghebbende, en de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur. Ontstaan en loop van het geding 1.1.Belanghebbende…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.
Gebruikers van Via Juridica
Bekijk alleGerelateerde wetstoelichtingen
Gebouw, eerste ingebruikneming, erbij behorend terrein (art. 11 lid 5 Wet OB)