Geen ruimte voor vermindering van middellijk aandeel in onroerende zaak bij verkrijging van aandelen in ozr
X houdt 30% van de aandelen in X BV die een onroerende zaak heeft. X BV splitst vervolgens deze onroerende zaak af naar Y BV (onroerendezaaksrechtspersoon). Ten slotte draagt X BV alle aandelen in Y BV over aan X. De Rechtbank oordeelt dat de tekst en het systeem van de wet bij de verkrijging van de aandelen in Y BV geen ruimte laten voor een vermindering van de heffingsmaatstaf in verband met het middellijke 30%-belang dat X reeds hield in Y BV.
Instantie | Rechtbank Den Haag |
Uitspraakdatum | 31-05-2024 |
ECLI | ECLI:NL:RBDHA:2024:8423 |
Zaaknummer | 23_4940 |
Bijzondere kenmerken | Eerste aanleg - enkelvoudig |
Vindplaatsen | |
|
X houdt 30% van de aandelen in X BV die een onroerende zaak heeft. X BV splitst vervolgens deze onroerende zaak af naar Y BV (onroerendezaaksrechtspersoon). Ten slotte draagt X BV alle aandelen in Y BV over aan X. De Rechtbank oordeelt dat de tekst en het systeem van de wet bij de verkrijging van de aandelen in Y BV geen ruimte laten voor een vermindering van de heffingsmaatstaf in verband met het middellijke 30%-belang dat X reeds hield in Y BV.Rechtbank DEN HAAGTeam belastingrechtzaaknummer:…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.
Gebruikers van Via Juridica
Bekijk alleGerelateerde wetstoelichtingen
Fictieve onroerende zaken (art. 4 WBR)
Heffingsmaatstaf bij verkrijging aandelen in onroerendezaakrechtspersoon (art. 10 WBR)