Kennisbank voor het notariaat

Met kwantumkorting bepaalde koopprijs vormt niet de heffingsmaatstaf voor overdrachtsbelasting

X BV verkrijgt 71 onroerende zaken voor een bedrag van € 250,5 miljoen, terwijl volgens de Inspecteur aan deze onroerende zaken uiteindelijk in totaal een waarde van € 302,8 miljoen moet worden toegerekend. Aan X BV wordt een naheffingsaanslag overdrachtsbelasting opgelegd. Niet in geschil is dat de koopsom is overeengekomen tussen onafhankelijke partijen die zodoende zakelijk handelen. De Rechtbank oordeelt op basis van eerdere jurisprudentie dat de heffingsmaatstaf per verkregen onroerende zaak moet worden bepaald, waarbij geen rekening mag worden gehouden met waardedrukkende of waardeverhogende effecten op de zakelijke tussen onafhankelijke partijen overeengekomen koopsom. Het aan een onroerende zaak toerekenbare deel van de totale koopsom kan lager zijn dan de waarde in het economische verkeer van die onroerende zaak door bijvoorbeeld een verleende kwantumkorting. In casu heeft de Inspecteur voldoende aannemelijk gemaakt dat de tijdsdruk waaronder de verkoop moest plaatsvinden, heeft geleid tot een niet-marginale korting op de koopsom. Het gelijk is aan de Inspecteur.

Bekijk samenvatting procedure
Instantie Rechtbank Noord-Holland
Uitspraakdatum 11-02-2019
ECLI ECLI:NL:RBNHO:2019:1024
Zaaknummer HAA 16/2309
Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
  • Viditax (FutD), 20-02-2019
  • V-N Vandaag 2019/395
  • FutD 2019-0470 met annotatie van Fiscaal up to Date
  • NTFR 2019/534 met annotatie van Mr. D.C. Simonis
  • Belastingadvies 2019/9.6
  • V-N 2019/20.21.1
  • NLF 2019/0494 met annotatie van

X BV verkrijgt 71 onroerende zaken voor een bedrag van € 250,5 miljoen, terwijl volgens de Inspecteur aan deze onroerende zaken uiteindelijk in totaal een waarde van € 302,8 miljoen moet worden toegerekend. Aan X BV wordt een naheffingsaanslag overdrachtsbelasting opgelegd. Niet in geschil is dat de koopsom is overeengekomen tussen onafhankelijke partijen die zodoende zakelijk handelen. De Rechtbank oordeelt op basis van eerdere jurisprudentie dat de heffingsmaatstaf per verkregen onr…

Verder lezen?

Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.


Inloggen via Legal Intelligence

Geen inloggegevens?

Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.

Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!

Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.


Gebruikers van Via Juridica

Bekijk alle

Gerelateerde wetstoelichtingen


Maatstaf van heffing (art. 9 WBR)