Bij vanuit niet-fiscaal oogpunt uitwisselbare alternatieven is splitsingsvrijstelling van toepassing
CasusBroer B en zus Z zijn ieder voor 50% aandeelhouder in F BV. F BV houdt de aandelen in G BV, die een verhuurd woon-winkelpand bezit. De winkel wordt verhuurd aan de onderneming van I BV. B bezit de aandelen in H BV, welke vennootschap op haar beurt de aandelen in I BV bezit. I BV betaalt al langere tijd de huur niet; deze wordt in rekening-courant geboekt. Voorts heeft F BV vorderingen op H BV en I BV. Zowel F BV als G BV kwalificeren als een onroerendezaakrechtspersoon…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.
Gebruikers van Via Juridica
Bekijk alleProcedureverloop
Hoge Raad, 20-01-2023, ECLI:NL:HR:2023:64
Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 04-05-2022, ECLI:NL:GHSHE:2022:1477
Hoge Raad, 18-12-2020, ECLI:NL:HR:2020:2078
Parket bij de Hoge Raad, 18-08-2020, ECLI:NL:PHR:2020:715
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 17-12-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:10951
Rechtbank Gelderland, 16-01-2019, ECLI:NL:RBGEL:2019:142