Heffing box 3 niet in strijd met Eerste Protocol van het EVRM want geen sprake van individuele buitensporige last
CasusA is in 1996 naar Noorwegen verhuisd. Hij is eigenaar van in Nederland gelegen onroerende zaken. Als A met zijn echtgenote in Nederland is, verblijven zij in de woning. De woning wordt niet verhuurd. Ter zake van de woning is aan A een aanslag inkomstenbelasting opgelegd. A maakt bezwaar en komt in beroep tegen deze aanslag. Volgens A is de box 3 heffing in zijn geval in strijd met het recht op ongestoord genot van eigendom zoals is vastgelegd in art. 1 Eerste Protocol bij het EVRM. HofPer…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.
Gebruikers van Via Juridica
Bekijk alleProcedureverloop
Hoge Raad, 10-06-2016, ECLI:NL:HR:2016:1129
Parket bij de Hoge Raad, 04-02-2016, ECLI:NL:PHR:2016:41
Gerechtshof Den Haag, 19-08-2014, ECLI:NL:GHDHA:2014:2861
Gerelateerde wetstoelichtingen
Belastbaar inkomen uit sparen en beleggen (art. 5.1 Wet IB 2001)
Rendementsgrondslag (art. 5.3 Wet IB 2001)