Heffingsmaatstaf overdrachtsbelasting niet gelijk aan koopprijs aandelen wanneer verkoopregulerend beding is overeengekomen
CasusBegin 2018 levert gemeente G een derde van haar aandelen in E NV aan X BV voor een koopsom van € 895.000. E NV is een onroerendezaakrechtspersoon (art. 4 WBR) die beleggingen houdt ter waarde van € 22.200.000. In de koopovereenkomst is een anti-speculatiebeding opgenomen. X BV doet aangifte overdrachtsbelasting voor € 7.400.000 (een derde van € 22.200.000), maar maakt bezwaar tegen de eigen aangifte. Tussen partijen is&n…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.
Gebruikers van Via Juridica
Bekijk alleProcedureverloop
Hoge Raad, 21-04-2023, ECLI:NL:HR:2023:650
Parket bij de Hoge Raad, 14-11-2022, ECLI:NL:PHR:2022:1051
Gerechtshof Amsterdam, 15-03-2022, ECLI:NL:GHAMS:2022:1131
Rechtbank Noord-Holland, 02-12-2020, ECLI:NL:RBNHO:2020:10664
Gerelateerde wetstoelichtingen
Heffingsmaatstaf bij verkrijging aandelen in onroerendezaakrechtspersoon (art. 10 WBR)
Maatstaf van heffing (art. 9 WBR)