Kennisgroepstandpunten Inkomstenbelasting en AWR
KennisdossierIn dit kennisdossier is een overzicht opgenomen van de voor het notariaat relevante Kennisgroepstanden op het gebied van de inkomstenbelasting en de AWR, gerubriceerd op basis van het betreffende onderwerp. Daarbij is een verwijzing opgenomen naar het kennisgroepstandpunt zelf, (indien beschikbaar) een samenvatting en de wetstoelichting(en) waarin het standpunt is verwerkt.
Over de volgende onderwerpen zijn standpunten opgenomen:
Fiscaal partnerschap | ||
Nummer | Onderwerp | Gerelateerde wetstoelichting(en) |
Herleven fiscaal partnerschap na opnieuw samenwonen gedurende echtscheidingsverzoek (samenvatting) | ||
Herleven fiscaal partnerschap bij niet-ontvankelijk echtscheidingsverzoek (samenvatting) | Partnerregeling (art. 1.2 Wet IB 2001), Basis partnerbegrip (art. 5a AWR) | |
Herleven fiscaal partnerschap bij niet inschrijven echtscheiding in de registers (samenvatting) | ||
Fiscaal partnerschap bij beëindiging geregistreerd partnerschap met wederzijds goedvinden (samenvatting) | ||
Fiscaal partnerschap bij pleegkind | ||
Fiscaal partnerschap bij drie meerderjarige belastingplichtigen op één woonadres | ||
Fiscaal partnerschap in geval van een pensioenregeling met partner zonder NAW-gegevens | ||
Fiscaal partnerschap op grond van art. 1.2 lid 1 onder d Wet IB 2001 en woning | ||
Fiscaal partnerschap bij mede-eigendom woning | ||
Fiscaal partnerschap bij gezamenlijke eigen woning in aanbouw | ||
Toerekening tussen fiscale partners wanneer aanvankelijk geen aangifte door partner is gedaan | Toerekening inkomensbestanddelen partners (art. 2.17 Wet IB 2001) | |
Notariële samenwoonovereenkomst en fiscaal partnerschap (samenvatting) | ||
Eigenwoningregeling | ||
Nummer | Onderwerp | Gerelateerde wetstoelichting(en) |
Eigenwoningverleden oud recht, bestaande eigenwoningschuld en gevolgen trouwen in algehele gemeenschap van goederen | ||
Eigenwoningschuld bij verkoop huidige eigen woning en aankoop nieuwe eigen woning en al verstreken looptijd | ||
Eigenwoningschuld, tijdelijk niet meer voldoen aan voorwaarden kwalificatie eigenwoningschuld en vervolgens weer wel | ||
Finaal verrekenbeding, economische eigendom en aftrekbare kosten met betrekking tot een eigen woning | Eigen woning (art. 3.111 Wet IB 2001), Eigenwoningschuld (art. 3.119a Wet IB 2001) | |
Eigen woning en begrip tijdelijk bij uitzending naar het buitenland | ||
Herkwalificatie box 3-schuld tot eigenwoningschuld | ||
Aflossingsachterstand en renteaftrek | Kortstondig afwijken van aflossingsschema en betalingsregelingen (art. 3.119e Wet IB 2001) | |
Moment realisatie eigenwoningreserve bij tijdelijke verhuur te koop staande woning | ||
Gevolgen mantelzorgwoning voor de eigenwoningregeling en box 3 (samenvatting) | Waardering genotsrechten (art. 5.22 Wet IB 2001), Mantelzorgwoning | |
Fiscale partners die niet duurzaam gescheiden leven en twee woningen als hoofdverblijf hebben | ||
Uitzendregeling en twee hoofdverblijven bij fiscale partners | ||
Verhuisregeling, terwijl de woning niet direct te koop staat | ||
Aftrekbare kosten eigen woning verplicht in aanmerking nemen | ||
Aftrek advies- en afsluitkosten bij afsluiten of aanpassen rentecontract | ||
Overeenkomst van geldlening met nieuwbouw- of verbouwingsdepot, waarin is bepaald dat de eerste 24 maanden niet wordt afgelost | ||
Verhuisregeling voor woning in buitenland bij immigratie naar Nederland | ||
Moment niet voldoen aan kamerverhuurvrijstelling | ||
Toepassing vervreemdingsverbod aandelen bij een geruisloze omzetting in een bv | ||
Lijfrente | ||
Nummer | Onderwerp | Gerelateerde wetstoelichting(en) |
Toedeling lijfrenterekening in uitkerende fase na overlijden rekeninghouder | Lijfrenterekening/ lijfrentebeleggingsrecht (art. 3.126a Wet IB 2001) | |
Uiterste ingangsdatum als de opbouwfase van de lijfrente eindigt 5 jaar na de AOW-leeftijd | ||
Genieter van termijnen uit lijfrenterekening/lijfrentebeleggingsrecht overlijdt voordat eerste termijn is uitgekeerd | Lijfrenterekening/ lijfrentebeleggingsrecht (art. 3.126a Wet IB 2001) | |
Overschrijding wettelijke termijn en uiterlijk tijdstip ingaan uitkeringen tijdelijke oudedagslijfrente | Lijfrenterekening/ lijfrentebeleggingsrecht (art. 3.126a Wet IB 2001) | |
Maximale uitkeringsperiode lijfrenterekening/lijfrentebeleggingsrecht | Lijfrenterekening/ lijfrentebeleggingsrecht (art. 3.126a Wet IB 2001) | |
Bemiddelingskosten bij een direct ingaande lijfrente | Aftrekbare kosten van uitkeringen en verstrekkingen (art. 3.108 Wet IB 2001) | |
Slotuitkering bij nabestaandenlijfrenterekening | Lijfrenterekening/ lijfrentebeleggingsrecht (art. 3.126a Wet IB 2001) | |
Aanwending tegoed lijfrenterekening door rekeninghouder voor nabestaandenlijfrente | Lijfrenterekening/ lijfrentebeleggingsrecht (art. 3.126a Wet IB 2001) | |
Aanmerkelijk belang | ||
Nummer | Onderwerp | Gerelateerde wetstoelichting(en) |
Ontgaanstoets juridische splitsing bij schenking aan minderjarige kinderen | Doorschuifregeling bij schenking van AB-aandelen (art. 4.17c Wet IB 2001) | |
Onbelast terugbetalen aandelenkapitaal na toepassing artikel 4.24 van de Wet inkomstenbelasting 2001 (samenvatting) | ||
Aandelenfusie met gecertificeerde aandelen | ||
Gevolgen kapitaalvermindering door middel van het intrekken van aandelen (samenvatting) | ||
Onttrekking na moment geldverstrekking - prijsgeven | ||
Overgangsbepaling vereisten hypotheekrecht bij oversluiten eigenwoningschuld naar eigen vennootschap | Excessief lenen bij eigen vennootschap (art. 4.14a - 4.14d Wet IB 2001) | |
Forfaitair voordeel – blooteigenaar en vruchtgebruiker | ||
Excessief lenen en eigenwoningschuld ingeval eigen woning en eigenwoningschuld beide behoren tot ondernemingsvermogen aanmerkelijkbelanghouder/IB-ondernemer | Excessief lenen bij eigen vennootschap (art. 4.14a - 4.14d Wet IB 2001) | |
Winstrechtverplichting en excessief lenen | Excessief lenen bij eigen vennootschap (art. 4.14a - 4.14d Wet IB 2001) | |
Doorschuifregeling en tracking stocks (samenvatting) | Doorschuifregeling bij verkrijging AB-aandelen krachtens erfrecht (art. 4.17a Wet IB 2001), Doorschuifregeling bij schenking van AB-aandelen (art. 4.17c Wet IB 2001), Vereisten erflater of schenker (art. 35d SW) | |
‘Rechtens dan wel in feite direct of indirect’ en de Wet excessief lenen bij eigen vennootschap | Excessief lenen bij eigen vennootschap (art. 4.14a - 4.14d Wet IB 2001) | |
Omvorming in tracking stocks vervreemding (samenvatting) | ||
Belastingkorting artikel 4.53 Wet IB 2001 en fiscaal partnerschap in het voorafgaande jaar | ||
Excessief lenen en immigratie van een verbonden persoon | Excessief lenen bij eigen vennootschap (art. 4.14a - 4.14d Wet IB 2001) | |
Zogenoemde BOR-advieskosten geen ten laste van vervreemder komende kosten | Vervreemdingsvoordeel, overdrachtsprijs en verkrijgingsprijs (art. 4.19 - 4.24 Wet IB 2001), Voorwaardelijke vrijstelling (art. 35b SW) | |
Excessief lenen en artikel 10a.23 Wet IB 2001 | Excessief lenen bij eigen vennootschap (art. 4.14a - 4.14d Wet IB 2001) | |
Geen verhoging maximumbedrag excessief lenen voor pre-2023 immigrant | Excessief lenen bij eigen vennootschap (art. 4.14a - 4.14d Wet IB 2001) | |
Stemrechtvereiste aandelenfusie en bestuurder STAK | ||
APV en aandelenfusie | Doorschuifregeling bij fusie of splitsing (art. 4.41 Wet IB 2001) | |
Box 3 | ||
Nummer | Onderwerp | Gerelateerde wetstoelichting(en) |
Box 3 en schulden ter financiering van uitgaven voor persoonsgebonden aftrekposten | ||
Vastgoedparticipaties in een besloten fonds voor gemene rekening en box 3 | Rendementsgrondslag (art. 5.3 Wet IB 2001), Waardering bezittingen en schulden (art. 5.19 Wet IB 2001) | |
Cryptomunten ontstaan uit een fork en box 3 | ||
Aandeel in een reservefonds van een Vereniging van Eigenaars in het rechtsherstel box 3 (samenvatting) | Belastbaar inkomen uit sparen en beleggen (art. 5.1 Wet IB 2001), Rendementsgrondslag (art. 5.3 Wet IB 2001) | |
Derdenrekening notaris in het rechtsherstel box 3 (samenvatting) | Belastbaar inkomen uit sparen en beleggen (art. 5.1 Wet IB 2001), Rendementsgrondslag (art. 5.3 Wet IB 2001) | |
Waardering lidmaatschapsrecht in een VvE en box 3 | ||
Kwalificatie verplichting schenker bij een schenking vrij van recht in box 3 | ||
Schenking vrij van recht en goedkeuring box 3 | ||
Private leaseovereenkomst en box 3 | ||
Schenkkring en box 3 | ||
Belastingheffing in box 3 over lidmaatschapsrecht coöperatie met recreatiewoningen | ||
Gevolgen mantelzorgwoning voor de eigenwoningregeling en box 3 (samenvatting) (Onder)verhuurovereenkomst en box 3 | Waardering genotsrechten (art. 5.22 Wet IB 2001), Mantelzorgwoning | |
Persoonsgebonden aftrek | ||
Nummer | Onderwerp | Gerelateerde wetstoelichting(en) |
Betalingsverplichting die voortvloeit uit uitgestelde bruidsschat: geen periodieke onderhoudsverplichting | Belastbare periodieke uitkeringen en verstrekkingen (art. 3.100 Wet IB 2001), Onderhoudsverplichtingen (art. 6.3 - 6.7 Wet IB 2001) | |
Restant persoonsgebonden aftrek als dit in een volgend jaar niet in de aangifte inkomstenbelasting is aangegeven | ||
Schenking aan ANBI voor deelname aan reis vanuit ANBI en giftenaftrek |