Bestaande eigenwoningschuld (art. 10bis.1 Wet IB 2001)
1 Overgangsregeling voor (op 31 december 2012) bestaande eigenwoningschuldenDe huidige regeling voor de renteaftrek van de eigenwoningschuld geldt voor leningen die zijn afgesloten op of na 1 januari 2013. Voor de op 31 december 2012 bestaande eigenwoningschulden geldt een volledig eerbiedigende werking; vanwege het financiële belang voor belastingplichtigen. De op 31 december 2012 bestaande leningen zullen immers zelden aan de voorwaarden zoals die gelden van…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.
Gebruikers van Via Juridica
Bekijk alleGerelateerd nieuws
Meer nieuwsWet- en regelgeving
Artikel 10bis.1 Bestaande eigenwoningschuld
Artikel 10bis.1 Bestaande eigenwoningschuld
1 Onder bestaande eigenwoningschuld van de belastingplichtige wordt verstaan: de eigenwoningschuld, bedoeld in artikel 3.119a, eerste lid, zoals dat luidde op 31 december 2012, van de belastingplichtige op 31 december 2012.
2 Onder de bestaande eigenwoningschuld, bedoeld in het eerste lid, wordt mede verstaan de tot de eigenwoningschuld, bedoeld in artikel 3.119a, eerste lid, zoals dat luidde op 31 december 2012, behorende schuld die:
a. de belastingplichtige, die op 31 december 2012 niet een zodanige eigenwoningschuld had, in 2012 had op het moment direct voorafgaand aan de vervreemding van een eigen woning, voor zover de belastingplichtige in 2013 weer een zodanige eigenwoningschuld heeft;
b. in 2013 ontstaat ten gevolge van een op 31 december 2012 bestaande onherroepelijke, schriftelijke overeenkomst van de belastingplichtige tot verwerving van een eigen woning;
c. in 2013 ontstaat ten gevolge van een op 31 december 2012 bestaande onherroepelijke, schriftelijke overeenkomst van de belastingplichtige tot het verrichten van onderhoud aan of tot verbetering van de woning, voor zover het onderhoud of de verbetering in 2013 voltooid is;
d. de belastingplichtige, die op 31 december 2012 niet een zodanige eigenwoningschuld had, op enig moment vóór 31 december 2012 direct voorafgaand aan de vervreemding van een eigen woning had, indien die vervreemding het gevolg is van verhuur van de voormalige eigen woning, voor zover de belastingplichtige vóór 1 januari 2021 ter zake van diezelfde woning weer een zodanige eigenwoningschuld heeft;
e. de belastingplichtige na 31 december 2012 heeft in verband met een woning die op 31 december 2012 een woning was als bedoeld in artikel 3.19, eerste lid, tot ten hoogste de omvang van de schuld die op 31 december 2012 in verband met die woning bestond, of
f. de belastingplichtige in 2013, 2014, 2015 of 2016 als starterslening aangaat bij de Stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten.
3 Indien na 31 december 2012 op de bestaande eigenwoningschuld, bedoeld in het eerste lid, van de belastingplichtige wordt afgelost, wordt het bedrag van die bestaande eigenwoningschuld verminderd met die aflossing. Onder aflossing wordt voor de toepassing van dit lid niet verstaan het in een kalenderjaar geheel of gedeeltelijk aflossen van een tot de bestaande eigenwoningschuld behorende schuld voor zover tot ten hoogste het afgeloste bedrag uiterlijk in het daaropvolgende kalenderjaar opnieuw een schuld in verband met een eigen woning bestaat (oversluiten). Indien vanwege oversluiten van een schuld van de belastingplichtige gezamenlijk bij de belastingplichtige en zijn partner opnieuw een schuld bestaat in verband met een eigen woning, kan deze schuld, in afwijking in zoverre van de tweede zin, tot ten hoogste het afgeloste bedrag naar rato van het schuldaandeel in de gezamenlijke schuld en tot uiterlijk het tijdstip waarop de termijn van 30 jaar, bedoeld in artikel 10bis.10, bij de belastingplichtige zou verstrijken, bij de belastingplichtige en zijn partner worden aangemerkt als bestaande eigenwoningschuld.
4 Indien na een verrekening op grond van artikel 3:265d van de Wet op het financieel toezicht van een spaarrekening eigen woning met een eigenwoningschuld, uiterlijk het kalenderjaar volgend op het jaar waarin de verrekening heeft plaatsgevonden opnieuw een schuld wordt aangegaan, wordt deze opnieuw aangegane schuld tot het beloop van die verrekening geacht te zijn aangegaan in verband met een eigen woning. De eerste zin vindt alleen toepassing voor zover in samenhang met de opnieuw aangegane schuld weer een spaarrekening eigen woning wordt geopend als bedoeld in artikel 10bis.2, zesde lid.
5 Indien ten aanzien van de belastingplichtige op enig moment na 31 december 2012 twee woningen gelijktijdig als eigen woning worden aangemerkt, wordt de schuld in verband met de tweede eigen woning mede aangemerkt als bestaande eigenwoningschuld als bedoeld in het eerste lid, voor zover de schuld ten behoeve van die tweede eigen woning de bestaande eigenwoningschuld in verband met de eerste eigen woning niet overtreft.
6 Indien ten aanzien van de belastingplichtige op of na 31 december 2012 twee woningen gelijktijdig als eigen woning worden aangemerkt en vervolgens een van die woningen niet langer als eigen woning wordt aangemerkt, wordt de bestaande eigenwoningschuld, bedoeld in het eerste lid, van de belastingplichtige verminderd met de tot de eigenwoningschuld behorende schuld die de belastingplichtige had in verband met de woning die niet langer als eigen woning wordt aangemerkt.
7 Voor zover krachtens boedelmenging door voltrekking van een huwelijk, krachtens wijziging van huwelijkse voorwaarden of krachtens erfrecht een bestaande eigenwoningschuld als bedoeld in het eerste lid van een van de partners overgaat op de andere partner, is deze schuld tot uiterlijk het tijdstip waarop de termijn van 30 jaar, bedoeld in artikel 10bis.10, bij de eerstgenoemde partner zou verstrijken, bij die andere partner een bestaande eigenwoningschuld. Indien, op een bestaande eigenwoningschuld als bedoeld in het eerste lid is afgelost, en een van de partners overlijdt, kan, voor zover de langstlevende partner binnen de termijn, bedoeld in het derde lid, tweede volzin, opnieuw een schuld aangaat in verband met een eigen woning, deze schuld, in afwijking in zoverre van het derde lid, tot ten hoogste het afgeloste bedrag worden aangemerkt als bestaande eigenwoningschuld.
8 Indien de belastingplichtige de partner van de erflater was, wordt als een bestaande eigenwoningschuld als bedoeld in het eerste lid van de belastingplichtige tot uiterlijk het tijdstip waarop de termijn van 30 jaar, bedoeld in artikel 10bis.10, bij de erflater zou zijn verstreken mede aangemerkt een schuld voor een eigen woning waarvan de belastingplichtige op grond van een krachtens erfrecht verkregen recht van vruchtgebruik, recht van bewoning of recht van gebruik gehouden is de kosten en lasten te dragen en die bij de erflater een bestaande eigenwoningschuld was.
9 Voor de toepassing van dit hoofdstuk zijn de artikelen 3.111, 3.119a, tweede lid, en 3.119aa, vierde lid, van overeenkomstige toepassing.
10 Het derde lid, tweede en derde zin, is niet van toepassing op een starterslening als bedoeld in het tweede lid, onderdeel f. Bij ministeriële regeling wordt bepaald wat wordt verstaan onder een starterslening als bedoeld in het tweede lid, onderdeel f.
Kennisdossiers
Titel | Categorie |
---|---|
Titel Afwikkeling en vereffening nalatenschap | Categorie Erfrecht |
Titel Wettelijk erfrecht | Categorie Erfrecht |
Titel Gemeenschap van goederen | Categorie Familievermogensrecht |
Titel Huwelijkse voorwaarden | Categorie Familievermogensrecht |
Titel Draagplichtovereenkomst | Categorie Familierecht (overig) |
Titel Echtscheiding | Categorie Familierecht (overig) |
Titel Economische eigendomsoverdracht | Categorie Registergoederenrecht |
Titel Eigen woning | Categorie Registergoederenrecht |
Wetsvoorstellen
Titel | Dossiernr. | Status | Samenvatting |
---|---|---|---|
Wet maatregelen woningmarkt 2014 II | Dossiernr. 33819 | Status In werking getreden | Samenvatting - |
Wet maatregelen woningmarkt 2014 | Dossiernr. 33756 | Status Ingetrokken | Samenvatting - |
Wet herziening fiscale behandeling eigen woning | Dossiernr. 33405 | Status In werking getreden | Samenvatting - |
Belastingplan 2013 | Dossiernr. 33402 | Status In werking getreden | Samenvatting - |
Beleidsbesluiten
Titel | Instantie | Datum | Nummer | Samenvatting |
---|---|---|---|---|
Instantie Ministerie van Financiën | Datum 03-10-2024 | Nummer 2024-22350 | Samenvatting Dit besluit bevat het beleid over de toepassing van art. 3.119a en 3.119aa Wet IB 2001 met betrekking tot de bijleenregeling… | |
Instantie Ministerie van Financiën | Datum 31-08-2021 | Nummer 2021-0000106786 | Samenvatting Staatssecretaris van Financiën Vijlbrief heeft in een Kamerbrief van 31 augustus 2021 aangekondigd dat het goedkeurend… | |
Instantie Belastingdienst | Datum 01-01-2021 | Nummer (geen nummer) | Samenvatting | |
Instantie Belastingdienst | Datum 15-10-2019 | Nummer 18-051-081 | Samenvatting FBN Juristen heeft aan de Kennisgroep Onroerende Zaken van de Belastingdienst de vraag voorgelegd of het verschil in ei… | |
Instantie Ministerie van Financiën | Datum 10-04-2014 | Nummer BLKB2014/506M | Samenvatting | |
Instantie Ministerie van Financiën | Datum 30-12-2013 | Nummer DB 2013/599M | Samenvatting De wijzigingen in de onderhavige regeling betreffen onder meer wijzigingen die verband houden met: – de herinvoering… | |
Instantie Ministerie van Financiën | Datum 13-12-2012 | Nummer AFP/2012/850 | Samenvatting | |
Instantie Ministerie van Financiën | Datum 07-12-2012 | Nummer (geen nummer) | Samenvatting | |
Instantie Ministerie van Financiën | Datum 26-10-2012 | Nummer AFP/2012/744 U | Samenvatting |
Titel | Instantie | Datum | Nummer | Samenvatting |
---|---|---|---|---|
Instantie Ministerie van Financiën | Datum 06-12-2021 | Nummer 2021-25187 | Samenvatting | |
Instantie Ministerie van Financiën | Datum 01-10-2016 | Nummer Versie oktober 2016 | Samenvatting | |
Instantie Ministerie van Financiën | Datum 17-12-2014 | Nummer BLKB2014/2168M | Samenvatting Dit besluit wijzigt het besluit over KEW, SEW en BEW en vóór 2001 bestaande kapitaalverzekeringen in box 3 van… | |
Instantie Ministerie van Financiën | Datum 27-06-2014 | Nummer versie juni 2014 | Samenvatting | |
Instantie Ministerie van Financiën | Datum 07-10-2013 | Nummer BLKB2013/1289M | Samenvatting | |
Instantie Ministerie van Financiën | Datum 31-07-2013 | Nummer versie juli 2013 | Samenvatting De Kennisgroep Verzekeringsproducten heeft na afstemming met het ministerie van Financiën een aantal vragen beantwoord… | |
Instantie Ministerie van Financiën | Datum 19-04-2013 | Nummer BLKB2013/503M | Samenvatting Onder de huidige wetgeving bestaat discussie of het mogelijk is een bestaande eigenwoningschuld gedeeltelijk over te sluiten… | |
Instantie Ministerie van Financiën | Datum 21-03-2013 | Nummer versie maart 2013 | Samenvatting De Kennisgroep Verzekeringsproducten heeft na afstemming met het ministerie van Financiën een aantal vragen beantwoord… | |
Instantie Ministerie van Financiën | Datum 20-12-2012 | Nummer BLKB2012/1977M | Samenvatting Het Kabinet heeft een grote stap gezet in de richting van verdere beperking van rente met betrekking tot de eigenwoningschul… | |
Instantie Ministerie van Financiën | Datum 26-08-2010 | Nummer DGB2010/3057M | Samenvatting DGB2010/3057M | |
Instantie Ministerie van Financiën | Datum 20-02-2007 | Nummer CPP2006/1942M | Samenvatting |
Literatuur
Titel | Auteur(s) | Bron |
---|---|---|
Titel Eigen woning en overlijden | Auteur(s) M.J.J.R. van Mourik | Bron WPNR 2018/7190 |
Praktisch
Titel | Bron | Type | Categorie |
---|---|---|---|
Handboek Scheiden | Bron Belastingdienst | Type Huwelijk, alimentatie en echtscheiding | Categorie Verwijzingen voor de notaris |
Handboek Scheiden | Bron Belastingdienst | Type Echtscheiding | Categorie Verwijzingen voor de particulier |