Casus Ouders dragen de eigendom van hun woning over onder voorbehoud van een recht van gebruik en bewoning. In de akte is niet bepaald dat dit recht van de ouders zal eindigen bij het metterwoon verlaten
Casus M en V zijn met elkaar gehuwd. M bezit alle aandelen in een BV die uitsluitend pensioenen en lijfrenten van M en V heeft verzekerd. De waarde in het economische verkeer van de pensioenrechten van
Casus M en V zijn uit de echt gescheiden. In het verleden is door M in eigen beheer pensioen opgebouwd. Inmiddels is het voor de pensioenaanspraak benodigde kapitaal ondergebracht bij Stichting Directiepensioenfonds
Tot de aftrekbare kosten met betrekking tot de eigen woning worden onder meer gerekend periodieke betalingen op grond van de rechten van erfpacht, opstal en beklemming met betrekking tot de eigen woning
Casus Dochter D heeft van haar vader V in 2012 aandelen geschonken gekregen in BV X. De aandelen hadden op dat moment een waarde van € 23.625.980. In de aangifte schenkbelasting is een beroep gedaan op
Casus X BV verricht belaste makelaarsactiviteiten en vrijgestelde hypotheekbemiddeling en bemiddeling bij verzekeringen (hierna: bemiddeling). De omzetverhouding in het jaar 2004 is 58% belaste en 42%
De Hoge Raad heeft een prejudiciële vraag gesteld aan het HvJ EU over de aftrek van voorbelasting op de bouw van een pand in opdracht van een gemeente. De Hoge Raad vraagt zich af of de aftrek wordt beperkt
Casus X is directeur en enig aandeelhouder van BV X. Dochter D van X en haar partner hebben zich in 2002 ingekocht in een café-bar in Griekenland. Omdat Nederlandse en Griekse banken vanwege het ontbreken
Casus A was bestuurder van X BV en is in mei 2012 afgetreden als bestuurder en heeft zijn aandelen overgedragen aan B, die bestuurder van X BV is geweest van mei 2012 tot juli 2012. Enige tijd na een
Casus M en V waren in gemeenschap van goederen gehuwd en zijn een echtscheidingsconvenant overeengekomen. M is directeur-enig aandeelhouder (dga) van zijn holding. In het convenant staat: 'Voor het in
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Casus M en V zijn in 1994 gehuwd in algehele gemeenschap van goederen. In 2019 is het verzoek tot echtscheiding bij de Rechtbank ingediend. De echtscheidingsbeschikking wordt in 2021 ingeschreven in de
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspraak raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Casus M en V zijn met uitsluiting van elke gemeenschap van goederen getrouwd. M heeft een dochter (D). In de huwelijkse voorwaarden is een finaal verrekenbeding opgenomen voor het geval het huwelijk eindigt
Casus B is broer van X en exploiteerde een eenmanszaak. B overlijdt en laat als enige erfgenaam zijn minderjarige dochter D achter. Zij heeft de nalatenschap beneficiair aanvaard. Vanaf 3 maanden na het
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Casus Op 7 maart 2013 zijn vijf afzonderlijke notariële akten van schenking verleden. In iedere akte schenken de ouders van X een bedrag van € 10.000 aan X, waarbij dit bedrag renteloos schuldig wordt
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspraak raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Casus M en V zijn bij het aangaan van hun huwelijk in hun huwelijkse voorwaarden overeengekomen dat bij echtscheiding geen plicht tot betaling van partneralimentatie kan ontstaan.In geschil is of dit