Wetstoelichtingen
1 Ongehuwd samenwonen 1.1 Ongehuwd samenwonen, van rechtswege geen civielrechtelijke gevolgen De wet bevat geen definitie van het begrip samenwoners, of, zoals de Hoge Raad hen omschrijft: informeel
Wetstoelichtingen
1 Patchwork family of samengesteld gezin Wanneer een gezin met kinderen door het overlijden van een van de ouders of door een echtscheiding uit elkaar valt, doet zich regelmatig de situatie voor dat
Wetstoelichtingen
1 Inleiding Op grond van de Successiewet 1956 (hierna: Successiewet of SW) wordt erfbelasting en schenkbelasting geheven (art. 1 lid 1 SW). In deze toelichting wordt ingegaan op de heffing erfbelasting
Wetstoelichtingen
Bij de jaarlijks terugkerende schenking die in één notariële akte is opgenomen, is deze zekerheid niet te geven, zeker niet gezien het op 28 mei 2014 door de Belastingdienst/Brieven en Beleidsbesluiten
Wetstoelichtingen
1 Partnerbegrip in de Successiewet Wie voor de belastingwetten als partner worden aangemerkt is in de eerste plaats geregeld in art. 5a AWR . In de afzonderlijke belastingwetten wordt het partnerbegrip
Wetstoelichtingen
1 Inleiding Voor de heffing van erf- en schenkbelasting speelt de woonplaats van de erflater of schenker een belangrijke rol. Erfbelasting wordt alleen geheven als de erflater ten tijde van het overlijden
Wetstoelichtingen
1 Inleiding Voor de heffing van erf- en schenkbelasting is vereist dat de erflater of de schenker in Nederland woonde ten tijde van het overlijden respectievelijk de schenking. Met betrekking tot het
Wetstoelichtingen
Als het bestaan van een persoon onzeker is (bijvoorbeeld in geval van vermissing) en een termijn van vijf jaar is verstreken, dan kunnen belanghebbenden de Rechtbank verzoeken hen op te dragen de vermiste
Wetstoelichtingen
1 Inleiding Art. 5 lid 1 SW bepaalt dat erfbelasting wordt geheven van hetgeen ieder verkrijgt, na aftrek van zijn aandeel in de volgens op grond van de Successiewet voor aftrek in aanmerking komende
Wetstoelichtingen
1 Inleiding De Successiewet 1956 sluit ten aanzien van verkrijgingen aan bij het civielrechtelijke verkrijgingsbegrip. Indien civielrechtelijk geen sprake is van verkrijging krachtens erfrecht of schenking
Wetstoelichtingen
1 Vermindering heffingsmaatstaf met hetgeen is opgeofferd/bedongen (art. 7 lid 1 SW) Art. 7 lid 1 SW bepaalt dat in geval van een fictieve verkrijging krachtens erfrecht op grond van art. 8 , 10
Wetstoelichtingen
1 Inleiding Een erflater kan op goederen een vermelding aanbrengen dat deze goederen toebehoren aan een ander. Denk bijvoorbeeld aan een sticker met een naam van iemand (de rechthebbende) op een kunstwerk
Wetstoelichtingen
1 Inleiding De verschuldigdheid van rente op geldvorderingen die zijn ontstaan bij het overlijden van de langstlevende echtgenoot, kan worden ingezet als instrument om de nalatenschap van de echtgenoot
Wetstoelichtingen
1 Inleiding Een van de belangrijkste fictiebepalingen in de Successiewet 1956 (hierna: Successiewet) is art. 10 SW. De strekking van deze bepaling wordt als volgt uiteengezet: ‘Artikel 10 heeft tot
Wetstoelichtingen
1 Inleiding Door het maken van contractuele afspraken kunnen mede-eigenaren bedingen dat bij een bepaalde gebeurtenis of het overlijden van een van hen het aandeel van de ene mede-eigenaar zal verblijven
Wetstoelichtingen
1 Inleiding Art. 12 lid 1 SW bepaalt dat binnen 180 dagen vóór het overlijden is geschonken door een erflater die ten tijde van dat overlijden in Nederland woonde, wordt geacht krachtens erfrecht te
Wetstoelichtingen
1 Inleiding Wanneer iemand een levensverzekering afsluit op zijn leven en hij benoemt een ander als begunstigde, dan verkrijgt de begunstigde op grond van een zelfstandig recht van de verzekeringsmaatschappij
Wetstoelichtingen
1 Inleiding Aandelen of winstbewijzen van een vennootschap met een in aandelen verdeeld kapitaal die door een ander dan de erflater worden gehouden en bij die ander behoren tot een aanmerkelijk belang
Wetstoelichtingen
In art. 14 SW wordt de opzegging van een beperkt recht voor de toepassing van de Successiewet gelijkgesteld met de verkrijging van dat recht door degene ten behoeve van wie de opzegging heeft plaatsgevonden
Wetstoelichtingen
1 Inleiding Het verstrekken van een renteloze, direct opeisbare lening is naar het civiele recht geen gift . De schuldeiser verarmt namelijk niet nu een direct opeisbare lening op een solvabele debiteur
Wetstoelichtingen
Met betrekking tot art. 17 SW is geen toelichting opgenomen. U kunt de actuele tekst van de wet raadplegen op het tabblad 'Wettekst'.
Literatuur
A.E. De Leeuw, 'Fictieve verkrijgingen, de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten
Wetstoelichtingen
1 Algemeen De bezittingen en de schulden van een afgezonderd particulier vermogen (APV) die op grond van art. 2.14a Wet IB 2001 aan de erflater tot aan zijn overlijden zijn toegerekend, worden geacht
Wetstoelichtingen
Met betrekking tot art. 17a SW is geen toelichting opgenomen. U kunt de actuele tekst van de wet raadplegen op het tabblad 'Wettekst'. Wel zijn diverse kamerstukken opgenomen. U kunt deze raadplegen op
Wetstoelichtingen
De vraag of sprake is van een vruchtgebruik of periodieke uitkering is vooral van belang voor de toepassing van art. 10 SW en de waarderingsregels van art. 21 lid 11 en 21 lid 14 SW . Art.
Wetstoelichtingen
1 Inleiding Art. 19 SW bevat een aantal gelijkstellingen van bepaalde verkrijgers voor de toepassing van de SW. De gelijkstellingen zijn met name van belang voor de toepasselijke tariefgroep