Wetstoelichtingen
Vooruitlopend op de wetswijziging was deze uitzondering voor de jaren 2010 tot en met 2013 al opgenomen in twee beleidsbesluiten ( MvF 25 november 2011, nr.
Wetstoelichtingen
1 Inleiding In de Successiewet 1956 (hierna: Successiewet of SW) geldt de hoofdregel dat hetgeen dat wordt verkregen in aanmerking wordt genomen voor de waarde die daaraan op het moment van de verkrijging
Wetstoelichtingen
In het geval een recht van erfpacht op de woning rust, wordt de waarde van de woning verminderd met de gekapitaliseerde waarde van de erfpachtcanon ( art. 5.20 lid 4 Wet IB 2001 jo art. 17b UB IB 2001
Wetstoelichtingen
Mede gelet op twee procedures die bij de Hoge Raad aanhangig waren heeft de Staatssecretaris van Financiën in twee beleidsbesluiten ( MvF 25 november 2011, nr BLKB2011/1541M en MvF 2 juli 2013, nr
Wetstoelichtingen
1 Inleiding
De waarde van een verkrijging onder de last van vruchtgebruik, een beperkt recht of periodieke uitkering wordt gesteld op de waarde in onbezwaarde staat verminderd met de waarde van de last
Wetstoelichtingen
Waardering eenheid van goederen
In aanvulling op art. 21 lid 1 SW, waarin is bepaald dat het verkregene in aanmerking wordt genomen naar de waarde in het economische verkeer, moet een complex van goederen
Wetstoelichtingen
1 Algemeen
Art. 21 lid 12 en 13 SW geven bijzondere waarderingsregels voor de waardering van een onderneming. Ingevolge art. 21 lid 12 SW wordt hetgeen in het economische verkeer als een eenheid pleegt
Wetstoelichtingen
1 Inleiding
De waardering van een recht van vruchtgebruik, een periodieke uitkering of een beperkt recht is afhankelijk van het jaarlijkse genot/rendement en de (verwachte) duur van het vruchtgebruik
Wetstoelichtingen
1 Algemeen Als de langstlevende alle goederen en schulden van de nalatenschap krachtens de wettelijke verdeling verkrijgt en aan de kinderen hun erfdeel moet schuldig erkennen, is deze over de niet-opeisbare
Wetstoelichtingen
1 Inleiding Het Burgerlijk Wetboek geeft geen definitie van wat een ‘rechtspersoon’ is. Wel wordt in art. 2:1 tot en met art. 2:3 BW een opsomming gegeven van de rechtsvormen die rechtspersoonlijkheid
Wetstoelichtingen
1 Motieven voor oprichting rechtspersoon
Aan de oprichting van een rechtspersoon kunnen verschillende motieven ten grondslag liggen. Redenen voor de oprichting van een rechtspersoon kunnen onder meer
Wetstoelichtingen
1 Algemeen Het is verplicht in de statuten het doel van de rechtspersoon op te nemen en dit te omschrijven. Rechtshandelingen van de rechtspersoon moeten dienstig zijn aan het statutaire doel van de
Wetstoelichtingen
1 Joint venture Bij een joint venture brengen twee of meer lichamen een bepaalde activiteit onder in een gezamenlijk daartoe opgericht lichaam. Meestal wordt daarvoor een NV of BV gebruikt, maar het
Wetstoelichtingen
1 Vennootschapsrechtelijke redelijkheid en billijkheid Art. 2:8 BW geeft de gedragsregel weer die betrekking heeft op de rechtspersoon en de bij haar betrokken organen en leden die zitting hebben in
Wetstoelichtingen
1 Inleiding Bij bestuurdersaansprakelijkheid kan onderscheid worden gemaakt tussen interne en externe bestuurdersaansprakelijkheid. Interne aansprakelijkheid heeft betrekking op de verhouding tussen
Wetstoelichtingen
1 Inleiding Voor het bestuur geldt een administratieplicht (art. 2:10 BW). Die plicht geldt niet voor commissarissen; zij houden echter wel toezicht op het bestuur bij de nakoming van hun wettelijke
Wetstoelichtingen
1 Inleiding Naast natuurlijke personen kunnen ook rechtspersonen bestuurder van een rechtspersoon zijn. Als de bestuurder-rechtspersoon aansprakelijk is op grond van onbehoorlijk bestuur, kan dit ook
Wetstoelichtingen
1 Besluit In het rechtspersonenrecht is 'besluit' een belangrijk begrip. Dit begrip is van belang om te kunnen beoordelen of een bepaalde beslissing binnen een rechtspersoon aantastbaar is, bijvoorbeeld
Wetstoelichtingen
Tot 1 september 1994 kon een rechtspersoon voor bepaalde tijd worden opgericht. Daarna was slechts oprichting voor onbepaalde tijd mogelijk. De wijziging in de bestaansduur hing samen met het feit dat
Wetstoelichtingen
1 Algemeen Een rechtspersoon kan gedurende zijn levensloop van rechtsvorm veranderen. Hieraan kunnen juridische, fiscale of maatschappelijke argumenten ten grondslag liggen. In beginsel brengt omzetting
Wetstoelichtingen
1 Ontbinding en vereffening Rechtspersonen kunnen op verschillende gronden worden ontbonden. Een limitatieve opsomming hiervan is opgenomen in art. 2:19 lid 1 BW. Een rechtspersoon wordt ontbonden:
Wetstoelichtingen
1 Herroeping van een besluit tot ontbinding BV en inschrijving daarvan bij de KvK De algemene vergadering is, behoudens bijzondere omstandigheden, bevoegd besluiten te herroepen; dit volgt uit het Janssen
Wetstoelichtingen
1 Dwingend recht en aandeelhoudersovereenkomsten
De bepalingen in Boek 2 BW zijn in beginsel dwingendrechtelijk (art. 2:25 BW). In de statuten kan alleen van een bepaling in Boek 2 BW worden afgeweken
Wetstoelichtingen
1 Inleiding In Titel 2 van Boek 1 BW is het recht op een naam geregeld. Iedereen heeft bij geboorte het recht op een naam (zie ook art. 7 IVRK ). De naam bestaat uit een of meer voornamen en een geslachtsnaam
Wetstoelichtingen
1 Algemeen
Onder naam omzetbelasting wordt een belasting geheven terzake van onder meer leveringen van goederen en diensten welke in Nederland door een als zodanig handelende ondernemer (in de zin van