Wetstoelichtingen
Sinds de invoering van art. 3:2a BW - op 1 januari 2013 - worden dieren niet meer aangemerkt als 'zaken' als bedoeld in art. 3:2 BW. Dieren hebben namelijk een van zaken afwijkende positie, omdat zij een
Wetstoelichtingen
1 Vrijheid van vereniging, persoonlijkheid van het lidmaatschap Een vereniging is vrij om personen als lid tot de vereniging toe te laten. Dit vloeit voort uit de vrijheid van vereniging (art. 8 Grondwet
Wetstoelichtingen
Het analyseren van de risico’s op witwassen en financieren van terrorisme op kantoorniveau, de kantoorrisicoanalyse (KRA), is een eerste stap in de ontwikkeling van beleid, procedures en maatregelen. De
Wetstoelichtingen
1 Definitie onroerende zaak Onroerend zijn de grond, de nog niet gewonnen delfstoffen, de met de grond verenigde beplantingen, alsmede de gebouwen en werken die duurzaam met de grond zijn verenigd, hetzij
Wetstoelichtingen
1 Inleiding Onder de algemene vergadering wordt niet alleen verstaan het orgaan dat de verzameling van leden vertegenwoordigt, maar tevens de bijeenkomst van het orgaan. Aan het orgaan komen in de vereniging
Wetstoelichtingen
Dit handvat kan als hulpmiddel (inspiratiebron) worden gebruikt. Voor een toelichting zie ook de toelichting Risicoanalyse op kantoorniveau en de toelichting Indelen risico’s in categorieën .
Wetstoelichtingen
1 Bestanddelen Vooraf wordt opgemerkt dat de vraag of sprake is van een bestanddeel, een geheel andere vraag is dan de vraag of sprake is van een roerende of onroerende zaak. De vraag of sprake is van
Wetstoelichtingen
Een vereniging heeft in ieder geval een algemene vergadering (art. 2:40 BW) en een bestuur (art. 2:44 BW). Het bestuur is – behoudens beperkingen volgens de statuten – belast met het besturen van
Wetstoelichtingen
Dit handvat is bedoeld als een ‘inspiratie’ om in het kantoorbeleid te kunnen opnemen op welke wijze de compliance is ingericht en in het bijzonder wat de taken en bevoegdheden van de Wwft-functionaris
Wetstoelichtingen
Algemeen In art. 3:5 BW is het begrip 'inboedel' omschreven. De wet omschrijft inboedel als 'het geheel van tot huisraad en tot stoffering en meubilering van een woning dienende roerende zaken, met uitzondering
Wetstoelichtingen
1 Ontbinding Art. 2:19 BW bevat de ontbindingsgronden voor een rechtspersoon (limitatief). Het intreden van een vooraf in de statuten bepaalde gebeurtenis of het geheel ontbreken van leden doet de vereniging
Wetstoelichtingen
1 Algemeen De statuten, die de grondslag vormen voor de verhoudingen binnen een vereniging, kunnen in beginsel worden gewijzigd. Dit geldt ten aanzien van alle bepalingen (dus inclusief het statutaire
Wetstoelichtingen
1 Vermogensrechten De wet geeft geen definitie van het begrip 'vermogensrecht.' Wel worden in art. 3:6 BW verschillende maatstaven gegeven om te bepalen wanneer sprake is van een vermogensrecht. Van
Wetstoelichtingen
1 Bevoegdheden bestuur Het bestuur is – behoudens beperkingen volgens de statuten – belast met het besturen van de vereniging (art. 2:44 lid 1 BW). De in art. 2:44 lid 2 BW vermelde rechtshandelingen
Wetstoelichtingen
1 Registergoed
Met de term registergoed wordt gedoeld op goederen waarvan voor de overdracht of vestiging inschrijving in daartoe bestemde openbare registers noodzakelijk is (art. 3:10 BW). Een aantal
Wetstoelichtingen
1 Bestuursverslag en balans en staat van baten en lasten (verenigingen zonder onderneming en verenigingen met een 'kleine' onderneming) Het bestuur brengt op de algemene vergadering binnen zes maanden
Wetstoelichtingen
1 Algemeen Misbruik van bevoegdheid, voorheen 'misbruik van recht', is een autonome rechtsfiguur die op veel rechtsgebieden toepassing vindt (art. 3:15 BW). Een bevoegdheid wordt onder meer misbruikt
Wetstoelichtingen
1 Inleiding Op grond van art. 3:14 BW mag een bevoegdheid die krachtens het burgerlijk recht aan een overheidslichaam toekomt niet worden uitgeoefend in strijd met geschreven of ongeschreven regels van
Wetstoelichtingen
1 Algemeen
De woonplaats, ook wel 'domicilie', van een persoon is de plaats waar die persoon wordt geacht voortdurend aanwezig te zijn met betrekking tot de uitoefening van zijn rechten en de vervulling
Wetstoelichtingen
Wet op de inkomstenbelasting 2001
De Wet IB 2001 is ingedeeld in hoofdstukken.
Hoofdstuk 1 bevat onder de kop Algemene bepalingen een aantal bepalingen waarin omschrijvingen van een aantal begrippen
Wetstoelichtingen
1 Basispartnerbegrip in de AWR Het basispartnerbegrip is opgenomen in art. 5a AWR . Tot dat begrip behoren gehuwden, geregistreerde partners en ongehuwde samenwoners met een notarieel samenlevingscontract
Wetstoelichtingen
1 Inleiding Het grootste deel van het huidige Burgerlijk Wetboek is op 1 januari 1992 in werking getreden. Met de komst van het nieuwe BW kwam ook een apart boek specifiek gericht op de zakelijke rechten
Wetstoelichtingen
1 Inleiding Aan de heffing van omzetbelasting zijn onderworpen de leveringen van goederen die in Nederland door een zodanig handelende belastingplichtige (de ondernemer als bedoeld in art. 7 Wet
Wetstoelichtingen
1 Algemeen
In art. 3 lid 2 Wet OB worden als levering aanmerkt:
vestiging;
overdracht;
wijziging;
afstand; en
opzegging
van rechten waaraan onroerende
Wetstoelichtingen
Inleiding
In art. 3 lid 3 Wet OB worden twee situaties gelijkgesteld met een levering onder bezwarende titel. In de laatste paragraaf van deze toelichting wordt ingegaan op de intergratieheffing zoals