Kennisbank voor het notariaat
Wetstoelichting

Adoptie (art. 1:227 - 1:232 BW)

Bijgewerkt tot 07-08-2024 Auteur De redactie

1 InleidingAdoptie heeft afstammingsrechtelijke gevolgen. Door adoptie komt een kind in familierechtelijke betrekking tot de adoptiefouder(s) te staan en worden de juridische banden met de biologische ouder(s) verbroken. Gelet op dit ingrijpende rechtsgevolg van adoptie, kan adoptie alleen via de rechter plaatsvinden en gelden voor adoptie strenge voorwaarden (art. 1:228 BW).Door de jaren heen zijn de mogelijkheden tot adoptie verruimd. Aanvankelijk kon alleen een echtpaar een kind adopteren.…

Verder lezen?

Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.


Inloggen via Legal Intelligence

Geen inloggegevens?

Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.

Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!

Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.


Gebruikers van Via Juridica

Bekijk alle

Wet- en regelgeving


Artikel 227

  • 1

    Adoptie geschiedt door een uitspraak van de rechtbank op verzoek van twee personen tezamen of op verzoek van één persoon alleen. Twee personen tezamen kunnen geen verzoek tot adoptie doen, indien zij krachtens artikel 41 geen huwelijk zouden mogen aangaan.

  • 2

    Het verzoek door twee personen tezamen kan slechts worden gedaan, indien zij ten minste drie aaneengesloten jaren onmiddellijk voorafgaande aan de indiening van het verzoek met elkaar hebben samengeleefd. Het verzoek door de adoptant die echtgenoot, geregistreerde partner of andere levensgezel van de ouder is, kan slechts worden gedaan, indien hij ten minste drie aaneengesloten jaren onmiddellijk voorafgaande aan de indiening van het verzoek met die ouder heeft samengeleefd. De in de tweede zin bedoelde voorwaarde geldt evenwel niet indien het kind is of wordt geboren binnen de relatie van de adoptant en die ouder.

  • 3

    Het verzoek kan alleen worden toegewezen, indien de adoptie in het kennelijk belang van het kind is, op het tijdstip van het verzoek tot adoptie vaststaat en voor de toekomst redelijkerwijs te voorzien is dat het kind niets meer van zijn ouder of ouders in de hoedanigheid van ouder te verwachten heeft, en aan de voorwaarden, genoemd in artikel 228, wordt voldaan.

  • 4

    Indien het kind is of wordt geboren binnen de relatie van de adoptant en de ouder, en het kind door en tengevolge van kunstmatige donorbevruchting als bedoeld in artikel 1, onder c, van de Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting is verwekt en een door de stichting, bedoeld in die wet, ter bevestiging hiervan afgegeven verklaring wordt overgelegd waaruit blijkt dat de identiteit van de donor aan de vrouw bij wie de kunstmatige donorbevruchting heeft plaatsgevonden onbekend is, wordt het verzoek toegewezen, tenzij de adoptie kennelijk niet in het belang van het kind is of niet is voldaan aan de voorwaarden, genoemd in artikel 228.

  • 5

    Zijn de voornamen van het kind niet bekend, dan stelt de rechter, nadat hij de adoptant of adoptanten en het kind, indien dat twaalf jaren of ouder is, heeft gehoord, bij de adoptiebeschikking tevens een of meer voornamen vast.

  • 6

    In zaken van adoptie is de minderjarige ouder bekwaam in rechte op te treden.


Artikel 228

  • 1

    Voorwaarden voor adoptie zijn:

    • a.

      dat het kind op de dag van het eerste verzoek minderjarig is, en dat het kind, indien het op de dag van het verzoek twaalf jaren of ouder is, ter gelegenheid van zijn verhoor niet van bezwaren tegen toewijzing van het verzoek heeft doen blijken; hetzelfde geldt, indien de rechter is gebleken van bezwaren tegen toewijzing van het verzoek van een minderjarige die op de dag van het verzoek de leeftijd van twaalf jaren nog niet heeft bereikt, maar in staat kan worden geacht tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake;

    • b.

      dat het kind niet is een kleinkind van een adoptant;

    • c.

      dat de adoptant of ieder der adoptanten ten minste achttien jaren ouder dan het kind is;

    • d.

      dat geen der ouders het verzoek tegenspreekt;

    • e.

      dat de minderjarige moeder van het kind op de dag van het verzoek de leeftijd van zestien jaren heeft bereikt;

    • f.

      dat de adoptant of de adoptanten het kind gedurende ten minste een jaar heeft of hebben verzorgd en opgevoed; indien de echtgenoot, geregistreerde partner of andere levensgezel van de ouder of adoptiefouder het kind adopteert en zij gezamenlijk het kind gedurende ten minste een jaar hebben verzorgd en opgevoed wordt de periode van een jaar voor de echtgenoot, geregistreerde partner of andere levensgezel gerekend vanaf het moment van feitelijk gezamenlijk verzorgen en opvoeden;

    • g.

      dat de ouder of ouders niet of niet langer het gezag over het kind hebben. Indien evenwel de echtgenoot, geregistreerde partner of andere levensgezel van de ouder het kind adopteert, geldt dat deze ouder alleen of samen met voornoemde echtgenoot, geregistreerde partner of andere levensgezel het gezag heeft.

  • 2

    Aan de tegenspraak van een ouder als bedoeld in het eerste lid, onder d, kan worden voorbijgegaan:

  • 3

    De voorwaarde, bedoeld in het eerste lid, onder f, geldt niet indien het kind wordt geboren binnen de relatie van de moeder met een levensgezel van gelijk geslacht.


Artikel 229

  • 1

    Door adoptie komen de geadopteerde, de adoptiefouder en zijn bloedverwanten of de adoptiefouders en hun bloedverwanten in familierechtelijke betrekking tot elkaar te staan.

  • 2

    Tegelijkertijd houdt de familierechtelijke betrekking tussen de geadopteerde, zijn oorspronkelijke ouders en hun bloedverwanten op te bestaan.

  • 3

    In afwijking van het tweede lid blijft de familierechtelijke betrekking tussen de geadopteerde en zijn ouder en diens bloedverwanten bestaan, indien de echtgenoot, geregistreerde partner of andere levensgezel van die ouder het kind adopteert.

  • 4

    De adoptiefouders die niet met elkaar zijn gehuwd of door een geregistreerd partnerschap zijn verbonden oefenen door adoptie het gezag over de geadopteerde gezamenlijk uit.

  • 5

    Indien het kind op het tijdstip van de adoptie omgang heeft met een ouder ten aanzien van wie de familierechtelijke betrekking ophoudt te bestaan, kan de rechtbank bepalen dat zij gerechtigd blijven tot omgang met elkaar. De artikelen 377a, tweede en derde lid, 377e en 377g zijn van overeenkomstige toepassing.


Artikel 230

  • 1

    De adoptie heeft haar gevolgen van de dag, waarop de uitspraak in kracht van gewijsde is gegaan.

  • 2

    Indien het kind is geboren binnen de relatie van de ouder en de adoptant en de adoptie voor de geboorte van het kind is verzocht, werkt deze terug tot het tijdstip van geboorte van het kind; indien de adoptie uiterlijk zes maanden na de geboorte van het kind is verzocht, werkt deze terug tot het tijdstip van indiening van het verzoek. Het bepaalde in de eerste volzin is niet van toepassing indien voor de adoptie familierechtelijke betrekkingen waren gevestigd tussen het kind en een andere ouder en deze door de adoptie zijn verbroken. De adoptie kan in het geval, bedoeld in de eerste volzin, ook worden uitgesproken indien de adoptant na indiening van het verzoek is overleden.

  • 3

    De adoptie blijft haar gevolgen behouden, ook al zou blijken, dat de rechter de door artikel 228 van dit boek gestelde voorwaarden ten onrechte als vervuld zou hebben aangenomen.


Artikel 231

  • 1

    De adoptie kan door een uitspraak van de rechtbank op verzoek van de geadopteerde worden herroepen.

  • 2

    Het verzoek kan alleen worden toegewezen, indien de herroeping in het kennelijk belang van de geadopteerde is, de rechter van de redelijkheid der herroeping in gemoede overtuigd is, en het verzoek is ingediend niet eerder dan twee jaren en niet later dan vijf jaren na de dag, waarop de geadopteerde meerderjarig is geworden.


Artikel 232

  • 1

    Door herroeping van de adoptie houdt de familierechtelijke betrekking tussen de geadopteerde en zijn kinderen enerzijds en de adoptiefouder of adoptiefouders en zijn bloedverwanten anderzijds op te bestaan.

  • 2

    De familierechtelijke betrekking die door de adoptie opgehouden had te bestaan, herleeft door de herroeping.

  • 3

    Artikel 230 vindt ten aanzien van de herroeping overeenkomstige toepassing.


Rechtspraak

Titel Instantie Datum Nummer
Verzoek tot adoptie meerderjarige toegewezen op grond van art. 8 EVRM wegens bijzondere omstandigheden Instantie Rechtbank Oost-Brabant Datum 01-11-2023 Nummer ECLI:NL:RBOBR:2023:5557
Adoptie van een meerderjarig kind Instantie Rechtbank Oost-Brabant Datum 11-07-2022 Nummer ECLI:NL:RBOBR:2022:2872
Adoptie van een meerderjarige Instantie Rechtbank Oost-Brabant Datum 15-05-2018 Nummer ECLI:NL:RBOBR:2018:4353
Biologische ouder heeft recht op omgang met kind en juridische ouders zijn verplicht om kind afstammingsinformatie te verschaffen Instantie Hoge Raad Datum 18-03-2016 Nummer ECLI:NL:HR:2016:452
Verzoek tot adoptie van ongeboren kind kan pas worden toegewezen wanneer het kind ter wereld komt Instantie Rechtbank Roermond Datum 21-10-2009 Nummer ECLI:NL:RBROE:2009:BK2848

Literatuur

Titel Auteur(s) Bron
Titel Ontwikkelingen in het familierecht - Interlandelijke adoptie en draagmoederschap Auteur(s) S.F.M. Wortmann Bron WPNR 2022/7391
Titel Illegale adoptie en schadevergoeding Auteur(s) A.J.M. Nuytinck Bron WPNR 2019/7232
Inhoudsopgave
Overzicht
Wetstructuur
Civiel