Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Casus Erflaatster E exploiteerde samen met een van haar kinderen, X, een landbouwbedrijf in maatschapsverband. In de schriftelijke maatschapsovereenkomst is onder meer een voortzettingsbeding met waarderingsgrondslag
Casus Voor zijn overlijden was vader (V) aandeelhouder en bestuurder van een groep van vennootschappen. Aan het hoofd van de groep staat A BV. De aandelen van A BV zijn gecertificeerd en geplaatst bij
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Casus In 1981 heeft V grond verkocht en geleverd aan K, onder een ontbindende voorwaarde. Deze ontbindende voorwaarde houdt in dat wanneer K niet binnen 7 jaar een ontzandingsvergunning heeft verkregen
Casus X krijgt in 1991 krachtens het testament van zijn vader V – inhoudende een ouderlijke boedelverdeling – een onderbedelingsvordering op zijn moeder M. In het testament van V is met betrekking tot
Casus Erflater E heeft in zijn testament onder meer zoon Z en partner X tot erfgenamen benoemd. Z is tevens tot executeur benoemd en heeft deze benoeming aanvaard. In het testament is verder bepaald dat
Casus A BV is een onroerendezaakrechtspersoon (OZR) en bezit € 250 miljoen aan in Nederland gelegen vastgoed. Van A BV houdt G 24,8% en X en Y ieder 37,6% van de certificaten van aandelen. De certificering
Casus E overlijdt zonder bij uiterste wil over zijn nalatenschap te hebben beschikt. Zijn biologische kinderen K c.s. – die niet door E zijn erkend – maken enkele weken na het overlijden van E aan B (
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Casus A en B zijn geboren staande het huwelijk van X en Y. Tijdens het huwelijk had Y een affectieve relatie met Z. X is in 2000 overleden, Y in 2011 en Z in 2015. A en B verzoeken in 2018 de ontkenning
Casus A BV is eigenaar van een bedrijfspand. Op verzoek van advocatenkantoor W worden de akte van oprichting van twee nieuw op te richten vennootschappen gepasseerd. Z is bestuurder van de op te richten
Casus X heeft aan de bank een hypotheekrecht verstrekt op haar woning. In de hypotheekakte staat vermeld dat X tevens aan de bank een pandrecht verleent op roerende zaken die volgens verkeersopvatting
Casus Erflaatster E heeft eind 2003 haar onderneming overgedragen aan kind K. Ter zake van de behaalde winst heeft E bij K een lijfrente bedongen. De lijfrenteverplichtingen zijn door K vervolgens ingebracht
Casus De aandelen in A BV worden gehouden door B BV. De aandelen in B BV zijn gecertificeerd en worden gehouden door stichting Y. De certificaten van aandelen in B BV worden gehouden door C BV, D BV en
Casus A is voormalig enig bestuurder en bewaarder van boeken en bescheiden als bedoeld in art. 2:24 BW van zeven stichtingen. Zes stichtingen zijn ontbonden wegens gebrek aan baten. Van de andere stichting
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Casus M en V waren in gemeenschap van goederen gehuwd. Bij de verdeling van de huwelijksgemeenschap worden aan M de aanmerkelijkbelangaandelen, andere vermogensbestanddelen en schulden toegedeeld. Van
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspraak raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Casus A is bestuurder van A BV, een vastgoedvennootschap. B is eigenaar van een beleggingspand; hij woont er zelf niet. A heeft B meerdere keren laten weten interesse te hebben in de aankoop van het pand
Casus M en V zijn uit de echt gescheiden. In het verleden is door M in eigen beheer pensioen opgebouwd. Inmiddels is het voor de pensioenaanspraak benodigde kapitaal ondergebracht bij Stichting Directiepensioenfonds