Casus E overlijdt in 2012 en laat zijn broer Z, zijn zus Y en – bij wijze van plaatsvervulling – de kinderen van een vooroverleden broer als erfgenamen achter. Z en Y waren gezamenlijk bewindvoerder van
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Casus Namens de erfgenamen van E maakt een gemachtigde bezwaar tegen een WOZ-beschikking. Hij legt echter slechts een machtiging van één erfgenaam en het testament van E over. In geschil is of de heffingsambtenaar
Casus A is eigenaar van het heersende erf en heeft recht van weg over het dienende erf van B. In 2016 vordert B bij de Rechtbank opheffing van de erfdienstbaarheid omdat A volgens B geen redelijk belang
Casus A BV en B BV bezitten elk een vastgoedportefeuille met in Nederland gelegen onroerende zaken. A BV en B BV zijn te kwalificeren als onroerendezaakrechtspersonen in de zin van art. 4 lid 1 onderdeel
Casus In 2007 wordt B BV opgericht door A en A BV (waarvan C enig aandeelhouder is). A en A BV zijn bestuurder van B BV. In 2010 wordt een participatieovereenkomst gesloten tussen B BV, de aandeelhouders
Casus X, een Nederlandse BV, bouwt in opdracht van Y, een Russische vennootschap, een machine voor de verwerking van dierlijk afval. Y heeft een termijnbetaling gedaan van € 1,62 miljoen. X heeft vervolgens
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Casus In mei 2007 worden in opdracht van X investeringswerkzaamheden opgeleverd aan een gebouw waarin X een restaurant exploiteert. X heeft gebruik gemaakt van de btw-aftrek voor deze werkzaamheden en
Casus Broer B en zus Z zijn de enige erfgenamen van erflaatster E. B en Z zijn allebei gerechtigd tot de onverdeelde helft van de nalatenschap. Krachtens de verklaring van erfrecht zijn B en Z tezamen
Casus In deze zaak verzoekt het OM de rechter om zowel de Nederlandse tak van motorclub X (een informele vereniging) als X Internationaal te ontbinden vanwege strijd met de openbare orde ( art. 2:20 BW
Casus A oefent zelfstandig een advocatenpraktijk uit. Stichting D beheert de derdengelden van zijn advocatenkantoor. A vormt tezamen met B (tevens advocaat) het bestuur van Stichting D; zij zijn uitsluitend
Casus Vader overlijdt in 1999. Tot zijn nalatenschap behoort onder andere een woning. Op grond van het testament van vader (een ouderlijke boedelverdeling) hebben de kinderen een niet-opeisbare geldvordering
Casus Bank X heeft een voorwaardelijke bankgarantie afgegeven ten behoeve van A. De voorwaarde ziet op de betaling door B, de opdrachtgever van betalingen volgens een strikt schema. Na het faillissement
Casus X leent in juni 2012 en in juni 2013 aan A geldbedragen van in totaal € 10.000. In oktober 2013 wordt bij X de ziekte van Alzheimer vastgesteld. Enkele maanden later leent X een geldbedrag van €
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Casus A koopt van zijn buurman B een perceel grasland. Wanneer A en B bij de kandidaat-notaris zijn om het concept van de akte van levering te bespreken, geven partijen aan dat na overdracht van het perceel
Casus X heeft op een veiling een onroerende zaak gekocht, onder meer bestaande uit een kweekterrein en containervelden. Een dag na de veiling is het terrein aan X gegund. In de tussenliggende tijd heeft
Casus X BV heeft een koopovereenkomst gesloten met verkoper V, inhoudende de koop van een perceel met opstallen, die deels zijn verhuurd en deels ontwikkeld moeten worden. In de koopovereenkomst is een
Casus In 2015 biedt A een volledig appartementsrecht en daaraan grenzend perceel te koop aan. Eind 2015 heeft X overeenstemming met A over de koopsom en heeft B het appartementsrecht gekocht. Ook C had
Casus Vader is directeur-grootaandeelhouder in A BV. A BV houdt zich bezig met het aankopen, ontwikkelen, verkopen en verhuren van onroerende zaken. Dochter D is sinds mei 2010 werkzaam bij A BV. In september
Casus Stichting X en Stichting Y zijn in 2009 een dienstverleningsovereenkomst (hierna: DVO) en in 2010 een overeenkomst van inbreng aangegaan. Op grond van de laatstgenoemde overeenkomst heeft Y geld
Casus Moeder M schenkt eind 2014 alle aandelen in A BV aan haar kind K. A BV kwalificeert als een onroerendezaakrechtspersoon (fictieve onroerende zaak) als bedoeld in art. 4 WBR. Voor de schenkbelasting
Casus In 2014 verstrekt Bank A een lening aan X BV van circa € 4 miljoen. Tot zekerheid heeft B, enig aandeelhouder en bestuurder van X BV, een borgtocht van € 500.000 afgegeven aan Bank A. Deze borgtocht