Casus In 2002 heeft stichting S aan gemeente G een perceel grond voor een bedrag van € 1 verkocht en geleverd. G heeft op een gedeelte van het perceel op haar kosten een schoolgebouw gerealiseerd. De
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspraak raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Casus M en V wonen in een woning die volledig in eigendom is van V. V is ter financiering van de woning een hypothecaire geldlening aangegaan, waarbij M zich borg heeft gesteld. Vanaf 2001 tot heden,
Casus In 2007 verleent moeder (M) volmacht aan K1, een van haar vier kinderen, om te beschikken over haar bankrekeningen. In juli 2013 maakt M bij notariële akte een levenstestament waarin K1 en K3 gezamenlijk
Casus M en V waren gehuwd in gemeenschap van goederen. Bij de verdeling van de gemeenschap is een geschil ontstaan over de door M onder uitsluitingsclausule van zijn ouders verkregen erfenissen. De gelden
Casus M en V zijn met elkaar gehuwd geweest in de wettelijke gemeenschap van goederen. Het huwelijk van partijen is ontbonden door echtscheiding. Tussen M en V zijn geschillen ontstaan over de vraag of
Casus Erflater E heeft als verzekeringnemer twee overeenkomsten van levensverzekering gesloten. De begunstigde van beide verzekeringen is erflaters dochter D. De aanwijzing als begunstigde had plaats
Casus X treedt op 1 januari 2013 toe tot een vof. De vof had toen weer twee vennoten, X en een van de twee oprichters. De andere oprichter was al uitgetreden toen X toetrad. De vof huurt sinds augustus
Casus Een ten tijde van haar overlijden in België woonachtige erflaatster E heeft bezwaarde B benoemd tot haar enige erfgenaam met de bepaling dat alles wat B uit haar nalatenschap onverteerd en onvervreemd
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Casus Erflater E laat in totaal zes kinderen na. E heeft over zijn nalatenschap beschikt bij testament. Hierin heeft hij twee van zijn zoons uitgesloten als erfgenaam en zijn dochter D tot executeur en
Casus A is eigenaar van een woning. In de periode van 2003 tot 2011 is A door zijn werkgever naar het buitenland uitgezonden. Gedurende deze periode heeft A de woning aangehouden en bij terugkomst is
Casus V dient in 2013 een verzoek tot echtscheiding in bij de Rechtbank. Zij was tot die tijd in gemeenschap van goederen gehuwd met M. M is veroordeeld tot een gevangenisstraf vanwege een zedendelict
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Casus Klaagster (K) heeft vier kinderen met erflater (E). E en K waren niet gehuwd maar hebben in 1992 een samenlevingsovereenkomst getekend. In 2011 wordt E ernstig ziek. Kandidaat-notaris (KN) informeerde
Casus X c.s. verwijten notaris N dat hij bij het opstellen van het testament van erflaatster E niet de vereiste zorgvuldigheid heeft betracht en niet heeft gehandeld conform de beroepsstandaard die van
Casus A overlijdt in oktober 2002. In haar testament heeft A Stichting X (een ANBI) tot enig erfgenaam benoemd en is C is tot executeur aangewezen. In november 2003 wordt aangifte successierecht gedaan
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspraak raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Casus A is vennoot in X vof. Een schuldeiser van de vof heeft het faillissement aangevraagd van zowel de vof als A. A heeft voor de faillissementsaanvraag al verzocht toegelaten te worden tot de wsnp-regeling
Casus X is onder meer enig aandeelhouder van een bv. Hij is sinds 1983 eigenaar van een door hem verhuurd winkelpand. De bv is eigenaar van een naastgelegen pand. Met betrekking tot deze panden hebben
Casus De gemeente heeft de uitvaartkosten van erflater E voor haar rekening genomen. Op grond van art. 22 Wet op de Lijkbezorging kan de gemeente de kosten verhalen op de nalatenschap van de erflater
Casus Erflaatster E is overleden met achterlating van haar zoon Z en dochter D. D heeft een beroep gedaan op haar legitieme portie. Tijdens leven heeft E haar woning aan Z verkocht. Na de verkoop heeft
Casus In 2010 hebben D en E hypotheekrecht verleend op hun pand toen zij gezamenlijk bij de bank een lening afsloten. D en E hebben het pand, belast met hypotheekrecht, in 2011 in eigendom geleverd aan
Casus V erft in 2002 onder meer tegoeden op een buitenlandse bankrekening van haar overleden echtgenoot. Van deze tegoeden wordt geen melding gemaakt in de aangifte erfbelasting. Hierdoor blijft de
Casus Verkoper V heeft in 2008 een bouwterrein verkocht aan koper K. In 2006 al werden in de Staatscourant beleidsregels gepubliceerd die een beperking inhouden van de mogelijkheid om op het terrein