Rechtspraak
Hoge Raad
21-11-2014
ECLI:NL:HR:2014:3323
Casus In 2007 verkoopt A alle aandelen in BV X. Over het vervreemdingsvoordeel van ruim € 1 miljoen voldoet A inkomstenbelasting. In 2012 wordt de verkoopovereenkomst op grond van wederzijdse dwaling
Rechtspraak
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
18-11-2014
ECLI:NL:GHARL:2014:8892
Casus V richt zich op de verkoop van woningen in een recreatiepark. V adverteert met het feit dat de woningen een rendabel beleggingsobject kunnen vormen voor de kopers. Op 17 oktober 2012 meldt K zich
Rechtspraak
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
18-11-2014
ECLI:NL:GHARL:2014:8927
Casus Erflaatster E was tot haar overlijden erfpachter van een perceel met daarop een recreatiewoning. Het recht van erfpacht is uitgegeven per 1 januari 1956 voor de duur van zestig jaar. Het recht eindigt
Rechtspraak
Kamer voor het notariaat Amsterdam
18-11-2014
ECLI:NL:TNORAMS:2014:36
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Rechtspraak
Hoge Raad
14-11-2014
ECLI:NL:HR:2014:3197
Op grond van art. 2 Uitvoeringsregeling uitgezonderde objecten Wet WOZ worden bepaalde onroerende zaken buiten aanmerking gelaten bij de bepaling van de WOZ-waarde (de zogenoemde cultuurgrondvrijstelling
Rechtspraak
Hoge Raad
14-11-2014
ECLI:NL:HR:2014:3194
Hoge Raad Stamrechtovereenkomst tussen oprichter en BV i.o. is mogelijk, mits binnen redelijke termijn BV tot stand komt en overeenkomst bekrachtigd. Omdat stamrechtovereenkomst gedeeltelijk niet is
Rechtspraak
Rechtbank Overijssel
14-11-2014
ECLI:NL:RBOVE:2014:6638
Casus Vereffenaar A dient bij de Kantonrechter het verzoek in tot vaststelling van een termijn als bedoeld in art. 4:214 lid 1 BW (oproeping schuldeisers). De Kantonrechter geeft een termijn aan maar
Rechtspraak
Rechtbank Den Haag
13-11-2014
ECLI:NL:RBDHA:2014:15629
In 2014 bestond de mogelijkheid om een stamrechtaanspraak fiscaal gunstig af te kopen. Bij een uitkering ineens in dat jaar werd slechts 80% van de waarde van de aanspraak belast. In onderstaande zaak
Rechtspraak
Rechtbank Amsterdam
13-11-2014
ECLI:NL:RBAMS:2014:7725
Casus Executant A verzoekt de Rechtbank om haar bij beschikking uitvoerbaar bij voorraad, op grond van art. 474g Rv , verlof te verlenen voor de verkoop van de door B BV (geëxecuteerde) gehouden, en
Rechtspraak
Gerechtshof Den Haag
12-11-2014
ECLI:NL:GHDHA:2014:3736
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Rechtspraak
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
12-11-2014
ECLI:NL:RBZWB:2014:7704
Casus De nalatenschap van E wordt vereffend. Tegen de rekening en verantwoording, tevens uitdelingslijst in de zin van art. 4:218 lid 1 BW wordt verzet aangetekend. In verzet wordt aangevoerd dat de vereffeningskosten
Rechtspraak
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
10-11-2014
ECLI:NL:RBZWB:2014:9354
Casus Erflater E laat als erfgenamen zijn kinderen X en Y achter. X en Y hebben de nalatenschap van E verworpen. De kosten van de crematie van E zijn betaald door de gemeente. De gemeente heeft vervolgens
Rechtspraak
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
06-11-2014
ECLI:NL:GHSHE:2014:4609
Casus M en V zijn gehuwd in gemeenschap van goederen. M houdt 100% van de aandelen in A BV, welke BV 100% van de aandelen in B BV houdt. B BV drijft een nationale en internationale transportonderneming
Rechtspraak
Gerechtshof Den Haag
05-11-2014
ECLI:NL:GHDHA:2014:3575
Casus M en V zijn gehuwd in gemeenschap van goederen. V heeft op 13 mei 2013, te weten binnen zes maanden voor de aanvang van het echtscheidingsgeding op 10 juni 2013, het op haar spaarrekening aanwezige
Rechtspraak
Rechtbank Oost-Brabant
31-10-2014
ECLI:NL:RBOBR:2014:6548
Casus In 2006 sluit A een hypothecaire lening af bij bank B. In deze akte is bepaald dat B bevoegd is het verhypothekeerde onderpand in beheer te nemen indien A ernstig tekortschiet in zijn verplichtingen
Rechtspraak
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
30-10-2014
ECLI:NL:GHARL:2014:8387
Casus Het huwelijk van M en V is door echtscheiding ontbonden. M en V waren gehuwd in wettelijke gemeenschap van goederen. Tussen M en V zijn geschillen gerezen omtrent de waardering van een aantal tot
Rechtspraak
Gerechtshof Den Haag
28-10-2014
ECLI:NL:GHDHA:2014:3858
Casus Erflater (E) is in eerste echt gehuwd geweest met mevrouw A. Dat huwelijk is door het overlijden van A in 1989 ontbonden. Uit dit huwelijk zijn drie kinderen geboren. Ten tijde van zijn overlijden
Rechtspraak
Gerechtshof Amsterdam
28-10-2014
ECLI:NL:GHAMS:2014:4461
Casus A is eigenaar van een voormalig bankgebouw. Ten behoeve van bank B rust op het pand een kettingbeding, inhoudende een verbod om in het pand een bank of andere financiële instelling uit te oefenen
Rechtspraak
Hoge Raad
24-10-2014
ECLI:NL:HR:2014:3012
Casus D BV vormde tot 1997 met haar moedermaatschappij M BV een fiscale eenheid (art. 15 Wet Vpb). Als gevolg van de vervreemding door M BV van de aandelen in D BV is D BV in 1997 ontvoegd uit de fiscale
Rechtspraak
Rechtbank Midden-Nederland
22-10-2014
ECLI:NL:RBMNE:2014:5043
Casus Erflater (E) heeft zijn twee kinderen uit zijn eerste huwelijk als enig erfgenamen benoemd. Aan zijn tweede vrouw (V), waarmee E op huwelijkse voorwaarden was gehuwd, heeft hij mede ter voldoening
Rechtspraak
Rechtbank Midden-Nederland
22-10-2014
ECLI:NL:RBMNE:2014:5043
Casus Erflater (E) heeft zijn twee kinderen (K) uit zijn eerste huwelijk als enig erfgenamen benoemd. Aan zijn tweede vrouw (V), waarmee hij op huwelijkse voorwaarden was gehuwd, heeft hij mede ter voldoening
Rechtspraak
Rechtbank Noord-Nederland
22-10-2014
ECLI:NL:RBNNE:2014:5188
Casus Vader V oefent sinds 1998 met zijn zoon Z een veehouderijbedrijf in maatschapsverband uit. Op enig moment wordt de maatschap ontbonden, met als gevolg dat Z zich beroept op het in de maatschapsakte
Rechtspraak
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
21-10-2014
ECLI:NL:GHARL:2014:8057
Casus M en V zijn in gemeenschap van goederen getrouwd. M verkoopt percelen grond aan kind X. M overlijdt. Hij heeft als erfgenamen achtergelaten zijn drie kinderen (X, Y en Z) en V. Vervolgens overlijdt
Rechtspraak
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
21-10-2014
ECLI:NL:GHARL:2014:8030
Casus Tot 21 april 2009 vormde A BV op grond van art. 15 Wet Vpb met haar deelnemingen een fiscale eenheid (FE 1). Op 22 april 2009 is FE 1 opgenomen in een nieuwe fiscale eenheid (FE 2). Vervolgens
Rechtspraak
Gerechtshof Den Haag
21-10-2014
ECLI:NL:GHDHA:2014:3206
Casus V verkoopt zijn grond aan K, tegelijkertijd gaat K een aannemingsovereenkomst aan met A om een complex te realiseren met appartementen, commerciële ruimtes en een parkeergarage op het stuk grond