Rechtspraak
Gerechtshof Den Haag
12-08-2014
ECLI:NL:GHDHA:2014:2614
Casus Appellant (A) heeft een appartementsrecht gekocht en geleverd gekregen. A heeft met de aannemer een meerwerkovereenkomst gesloten inhoudende een vergroting van het dakterras. A is voornemens om
Rechtspraak
Hoge Raad
08-08-2014
ECLI:NL:HR:2014:2150
Casus A is enig aandeelhouder in A BV. Tot het vermogen van A BV behoort een beleggingspand. Op 18 maart 2004 draagt A de aandelen in A BV over aan F BV. In de leveringsakte verklaart F BV geen handelingen
Rechtspraak
Hoge Raad
08-08-2014
ECLI:NL:HR:2014:2145
Casus Op 12 december 2007 heeft X BV een onroerende zaak gekocht en geleverd gekregen van de commanditaire vennootschap E CV. De overdracht van de onroerende zaak maakte deel uit van een overdracht van
Rechtspraak
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
08-08-2014
ECLI:NL:RBZWB:2014:5591 (geen hoger beroep)
Casus A is eigenaar van twee onroerende zaken, woning 1 en woning 2. Beide woningen zijn monumentale panden. Tot december 2007 heeft A in woning 1 gewoond. Daarna is A in woning 2 gaan wonen. In december
Rechtspraak
Rechtbank Rotterdam
06-08-2014
ECLI:NL:RBROT:2014:7642
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspraak raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Rechtspraak
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
06-08-2014
ECLI:NL:RBZWB:2014:7339
Casus De broers X en Y zijn de erfgamen van erflater (E). Y heeft aan X een volmacht verleend om de nalatenschap van vader te beheren, waaronder begrepen het innen van alle vorderingen die behoren tot
Rechtspraak
Centrale Grondkamer
06-08-2014
V 1691
Casus De moeder van A is overleden en heeft aan A een verpacht stuk grond gelegateerd. In verband met de afgifte van het legaat verzoeken de erfgenamen de Centrale Grondkamer het voorkeursrecht van de
Rechtspraak
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
05-08-2014
ECLI:NL:GHSHE:2014:2650
Casus In het kader van hun echtscheiding vordert de vrouw (V) de afstorting bij een verzekeringsmaatschappij van - in een vennootschap van de man (M) - opgebouwde pensioenaanspraken. De Rechtbank heeft
Rechtspraak
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
05-08-2014
ECLI:NL:GHARL:2014:6186
Casus Aan A is in oktober 2009 een perceel grond met daarop een in aanbouw zijnde woning geleverd. In verband met deze levering is omzetbelasting in rekening gebracht. Nadat de bouw van de woning in januari
Rechtspraak
Gerechtshof Den Haag
05-08-2014
ECLI:NL:GHDHA:2014:2987
Casus Erflaatster (E), overleden op 3 april 2008, heeft twee kinderen waarvan zij de zoon (Z) als enig erfgenaam heeft benoemd en haar dochter (D) en haar kinderen heeft uitgesloten als erfgenamen. Z
Rechtspraak
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
29-07-2014
ECLI:NL:GHSHE:2014:2533
Casus Op 14 april 2008 levert V aan K een perceel bouwterrein. Het opschrift boven de akte van levering luidt “Groningerakte”. In die akte wordt vermeld dat wegens de levering overdrachtsbelasting is
Rechtspraak
Rechtbank Noord-Holland
29-07-2014
ECLI:NL:RBNHO:2014:7333
Casus Erflater (E) en V waren gehuwd in een beperkte gemeenschap van goederen. Erfgenamen zijn V en de twee kinderen van E. De erfgenamen hebben de erfenis onder het voorrecht van boedelbeschrijving aanvaard
Rechtspraak
Gerechtshof Den Haag
29-07-2014
ECLI:NL:GHDHA:2014:4297
Casus In 1975 is erflater E met zijn zoon Z een maatschap aangegaan ter exploitatie van een landbouwbedrijf. Na het beëindigen van de maatschap in 1988 heeft E zijn landbouwgronden verpacht aan Z, die
Rechtspraak
Gerechtshof Den Haag
29-07-2014
ECLI:NL:GHDHA:2014:4297
Casus In 1975 is erflater E met zijn zoon Z een maatschap aangegaan ter exploitatie van een landbouwbedrijf. Na het beëindigen van de maatschap in 1988 heeft E zijn landbouwgronden verpacht aan Z, die
Rechtspraak
Gerechtshof Amsterdam
28-07-2014
ECLI:NL:GHAMS:2014:3006
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspraak raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Rechtspraak
Gerechtshof Amsterdam
24-07-2014
ECLI:NL:GHAMS:2014:3402
Casus Zoon Z koopt in 1991 een woning. Hij gaat daarin wonen met zijn ouders en zijn broer. Als Z in 1993 naar het buitenland verhuist, blijven de ouders in de woning wonen. Na het overlijden van vader
Rechtspraak
Rechtbank Oost-Brabant
23-07-2014
ECLI:NL:RBOBR:2014:4155
Casus X is eigenaar van een gebouwencomplex. Dit complex heeft X in 2004 verkocht twee BV’s, waarbij een deel van de koopprijs al aan de verkoper is betaald. In 2009 hebben de twee BV’s de koopovereenkomst
Rechtspraak
Rechtbank Oost-Brabant
23-07-2014
ECLI:NL:RBOBR:2014:4152
Casus M en V zijn gehuwd in gemeenschap van goederen. Samen hebben ze drie kinderen. V overlijdt op 30 juni 2008 en M overlijdt op 19 december 2008. In hun vrijwel gelijkluidende testamenten hebben zij
Rechtspraak
Gerechtshof Amsterdam
23-07-2014
ECLI:NL:GHAMS:2014:2887
Casus X was sinds 1975 in dienst van A BV, aanvankelijk in administratieve functies en sinds 2004 als adjunct-directeur. B BV Holding heeft in 1987 ten aanzien van zes dochtervennootschappen, onder wie
Rechtspraak
Gerechtshof Amsterdam
22-07-2014
ECLI:NL:GHAMS:2014:6041
Casus Terwijl M en V nog ongehuwd zijn, ontvangt M een schadevergoeding van bijna € 160.000 wegens in 1995 opgelopen letsel. De vergoeding is deels een vergoeding van materiële schade (verlies verdiencapaciteit
Rechtspraak
Gerechtshof Amsterdam
22-07-2014
ECLI:NL:GHAMS:2014:3052
Casus Erflater E heeft bij testament goede vriend X en zijn accountant (Y) gezamenlijk tot executeur benoemd. Kort na het overlijden van E heeft X met behulp van een makelaar een tot de nalatenschap
Rechtspraak
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
17-07-2014
ECLI:NL:RBZWB:2014:5022
Casus Erflater E is in 2011 overleden. Belanghebbende X was met E gehuwd; dit was het tweede huwelijk van E. Uit het eerste huwelijk van E zijn vier kinderen geboren, uit zijn tweede huwelijk zijn
Rechtspraak
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
15-07-2014
ECLI:NL:GHSHE:2014:2160
Casus M en V zijn in 1979 gehuwd in gemeenschap van goederen. In 2010 is de echtscheiding tussen M en V uitgesproken. M is in 2013 door de Rechtbank veroordeeld om V maandelijks een gebruiksvergoeding
Rechtspraak
Hoge Raad
11-07-2014
ECLI:NL:HR:2014:1621
De Hoge Raad heeft op 11 juli 2014 geoordeeld dat art. 2 lid 2 WBR voldoende concreet is en daarom niet onverenigbaar met art. 1 Eerste Protocol bij het EVRM.
Rechtspraak
Hoge Raad
11-07-2014
ECLI:NL:HR:2014:1622
Casus X BV sluit in 2000 een contract voor de bouw van een zeeschip. In 2001 richt X BV samen met anderen een commanditaire vennootschap (CV) op. X BV is beherend vennoot en is voor 23,66% gerechtigd