Casus A BV is een joint venture-vennootschap tussen B en C die elk voor een gelijk deel aandeelhouder zijn. Vanwege eisen van de bank in verband met het aantrekken van financiering dient een vordering
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder ‘Procedureverloop’.
Casus Instelling A verricht zorgtaken ten behoeve van blinden en slechtzienden. A huurt van vereniging B een pand om haar zorgtaken in te verrichten. B is verantwoordelijk voor het meerjarenonderhoudsplan
Casus Erflater E drijft tot 2004 een landbouwonderneming. Nadat E de onderneming heeft gestaakt, verpacht hij de landbouwgronden aan X. In 2007 overlijdt E. E heeft X tot enig erfgenaam benoemd. De verkrijging
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspraak raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Casus In 2007 is X BV opgericht. Bij de oprichting hebben de aandeelhouders hun aandeel in een onderneming ruisend ingebracht in X BV. Tot het ondernemingsvermogen behoorden twee onroerende zaken. Ter
Casus X BV vervreemdt in 1996 30% van de aandelen in A BV aan koper K. De overige aandeelhouders in A BV, zijnde B Holding BV (20,01%), X Beheer BV (30%) en C BV (19,99%), verkopen eveneens in 1996 hun
Casus Tot de nalatenschap van M behoren twee appartementen in Spanje. Erfgenamen zijn diens echtgenote V en vijf kinderen. Aan V wordt een aanslag Spaanse erfbelasting opgelegd, in welke aanslag mede
Casus A verkoopt een groot aantal panden aan B. Na de verkoop doch voor de levering verneemt B dat op één van de verkochte panden een voorkeursrecht tot koop rust ten behoeve van de huurder. A vreest
Casus A heeft in de periode december 2001 tot en met januari 2003 tien stukken grond verworven voor een oplopende prijs van € 22 tot € 49 per m2. In de aangiften overdrachtsbelasting is voor de vaststelling
Casus Belanghebbende V is van 1995 tot 2011 gehuwd geweest met M. V geniet geen inkomen. Voor de jaren 2008 en 2009 heeft V bij voorlopige teruggave de algemene heffingskorting uitbetaald gekregen. Als
Casus Erflater E heeft tijdens leven bij notariële akte afstand om baat (art. 6:160 BW) gedaan van de vordering die hij op zijn zoon Z had. De vordering wegens onderbedeling van E op Z wordt omgezet
Casus X is bij testament van erflater (E) benoemd tot executeur. X verricht (advies)werkzaamheden namens Z BV aan derden. Z BV heeft facturen opgesteld wegens de executeurswerkzaamheden van X en daarbij
Casus M en V zijn gehuwd. M heeft in 1988 de helft van een door hem opgebouwde aanspraak op ouderdomspensioen gecedeerd aan zijn echtgenote V. In 2005 en 2006 hebben M en V ieder de helft van de ontvangen
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Casus E heeft haar echtgenoot A tot enig erfgenaam benoemd. De goederen van A stonden ten tijde van het overlijden van E onder bewind. Zijn dochters, K c.s., zijn de bewindvoerders. A verblijft permanent
Casus La Caixa vergroot haar deelneming in Inmobiliaria Colonial SA door een overname in februari 1992 zodat haar belang op dat moment meer dan 65% is. Na die verwerving doet La Caixa voor het resterende
Casus A BV is op eigen verzoek failliet verklaard. De activa van A BV zijn verwaarloosbaar, terwijl de passiva bestaan uit een schuld aan de bank en een schuld aan de enig aandeelhouder. De faillissementscurator
Casus A verblijft in een zorginstelling in de zin van de AWBZ en ontvangt een Wajong-uitkering. De eigen bijdrage voor het jaar 2013 is door het CAK vastgesteld op basis van het inkomen en vermogen van
Casus Tussen M en V is een relatie ontstaan. Toen zij elkaar ontmoetten exploiteerde ieder voor zich een bedrijf in de vorm van een eenmanszaak, V een boomkwekerij en M een bedrijf in sleepdoek. In 2006
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Casus M en V zijn verwikkeld in een echtscheidingsprocedure. M en V zijn gehuwd in gemeenschap van goederen, tot het vermogen behoort een woning ten name van V. Deze woning heeft zij, samen met haar
Casus M en V zijn in 2004 in gemeenschap van goederen gehuwd. Hun huwelijk wordt in 2011 door echtscheiding ontbonden. V heeft de Rechtbank in 2010 onder meer verzocht om M en V te veroordelen over te
Casus V levert in 2010 een deels verhuurde onroerende zaak aan K voor een koopprijs van € 325.000. In de koopovereenkomst is opgenomen dat de koop wordt ontbonden als voor eind 2012 een hogere verkoopprijs