Kennisbank voor het notariaat

Zoekresultaten (7500)


Wetstoelichtingen

1 Inleiding De regeling rondom het recht van enquête is opgenomen in art. 2:344 e.v. BW. Door middel van deze regeling krijgen bepaalde direct belanghebbenden de mogelijkheid om in de eerste fase van


Wetstoelichtingen

1 Algemeen 1.1 Vormvereisten Voor uiterste wilsbeschikkingen gelden vormvereisten. De wet schrijft in art. 4:42 lid 3 BW voor dat uiterste wilsbeschikkingen uitsluitend bij uiterste wil kunnen worden


Wetstoelichtingen

1 Opschortingsrecht (art. 6:52 BW) Het algemene opschortingsrecht (art. 6:52 BW) is het recht van een debiteur de nakoming van een verbintenis op te schorten tegen zijn crediteur indien hij niet voldoet


Wetstoelichtingen

1 Bevoegdheden van de opstalhouder De opstalhouder heeft als eigenaar alle rechten en bevoegdheden met betrekking tot de opstallen. Hij kan opstallen gebruiken, aanbrengen en wegnemen (art. 5:102


Wetstoelichtingen

1 Algemeen De wet stelt dat bij het tenietgaan van het opstalrecht de eigendom van de opstallen van rechtswege overgaat op de eigenaar van de grond (art. 5:105 lid 1 BW). Door de overgang van rechtswege


Wetstoelichtingen

1 Algemeen De erfgenamen onder algemene titel volgen de erflater op in al zijn voor overgang vatbare rechten en plichten (art. 4:182 BW ). Dit betreft ook alle rechten en plichten met betrekking tot


Wetstoelichtingen

1 Algemeen Afdeling 1.8.2 BW, dat de verrekenbedingen tot onderwerp heeft, is in werking getreden op 1 september 2002. De regeling is grotendeels codificatie van jurisprudentie tot en met 2002. De afdeling


Wetstoelichtingen

1 Inleiding Afdeling 2.7.3 BW geeft enkele voorschriften om te komen tot een fusie van twee NV’s of BV’s. Deze voorschriften gelden naast de algemene voorschriften uit afdeling 2.7.2 BW . Hieronder


Wetstoelichtingen

Met betrekking tot dit onderwerp is geen toelichting opgenomen. U kunt de actuele tekst van de wet raadplegen op het tabblad 'Wettekst'.


Wetstoelichtingen

1 Tijdens de verrekenplicht verkregen inkomsten en/of vermogen Art. 1:133 lid 2 BW bepaalt dat de verplichting tot verrekening uitsluitend betrekking heeft op inkomsten die of op vermogen dat de echtgenoten


Wetstoelichtingen

1 Algemeen Art. 47 AWR e.v. bevatten regelingen over de verplichting tot informatieverstrekking ten dienste van de belastingheffing. Bepaalde verschoningsgerechtigden zoals de notaris en de advocaat


Wetstoelichtingen

1 Inleiding Ten aanzien van goederen kan bij uiterste wilsbeschikking of bij de gift worden bepaald dat zij buiten de wettelijke gemeenschap van goederen vallen, art. 1:94 lid 2 letter a BW.


Wetstoelichtingen

Algemeen Met betrekking tot dit onderdeel is (nog) geen toelichting opgenomen. De redactie heeft met betrekking tot dit onderdeel het volgende opgenomen: Uitspraken Verwijzing Belastingdienst


Wetstoelichtingen

1 Inleiding Zowel bij periodieke als bij finale verrekening geldt dat deze in beginsel bij helfte plaatsvindt . In geval van een wederkerige verrekenplicht moeten op de verrekendatum over en weer de


Wetstoelichtingen

1 Inleiding Indien tegen een aanslag of beschikking geen bezwaar of beroep meer open staat, voorziet art. 65 lid 1 AWR in de bevoegdheid van de Inspecteur om een onjuiste belastingaanslag of beschikking


Wetstoelichtingen

1 Inleiding Vaak zijn de te verrekenen inkomsten of het te verrekenen vermogen niet meer in de oorspronkelijke vorm aanwezig, maar is het (deels) besteed aan de aanschaf van goederen of voor de aflossing


Wetstoelichtingen

1 Inleiding In beginsel vindt een periodieke of finale verrekening van inkomsten en/of vermogen plaats in geld (art. 1:137 lid 1 BW). 2 Inbetalinggeving van goederen, art. 1:137 lid 3 BW Inbetalinggeving


Wetstoelichtingen

Jaarlijkse opgave van te verrekenen inkomsten/vermogen Om de nadelige effecten van het bewijsvermoeden van art. 1:136 lid 2 BW, zoveel mogelijk te beperken, is een opgave van het verrekenen inkomsten


Wetstoelichtingen

1 Opheffing verrekenverplichting Wederkerige verrekenbedingen pakken ongunstig uit, indien een verrekeningsgerechtigde echtgenoot lichtvaardig schulden maakt of zijn goederen verspilt. Het vermogen


Wetstoelichtingen

1 Inleiding Art. 1:141 BW is alleen van toepassing op periodieke verrekenbedingen (Amsterdamse verrekenbedingen). Indien in een in de huwelijkse voorwaarden omschreven tijdvak van het huwelijk niet is


Wetstoelichtingen

1 Inleiding Een vervalbeding gekoppeld aan een periodiek verrekenbeding (Amsterdams verrekenbeding) doet de verrekenplicht in beginsel vervallen. Het Burgerlijk Wetboek bevat geen definitie van een vervalbeding


Wetstoelichtingen

1 Inleiding Partijen definiëren zelf in huwelijkse voorwaarden/partnerschapsvoorwaarden in verband met een periodiek verrekenbeding (Amsterdams verrekenbeding) wat zij onder inkomsten begrijpen. Indien


Wetstoelichtingen

1 Verjaring vordering tot periodieke verrekening na echtscheiding De wet bevat een speciale verjaringsregeling voor een periodiek verrekenbeding (Amsterdams verrekenbeding), art. 1:141 lid 6 BW. Anders


Wetstoelichtingen

1 Inleiding Echtgenoten/geregistreerd partners kunnen in huwelijksvoorwaarden/partnerschapsvoorwaarden een finaal verrekenbeding overeenkomen. Op grond daarvan delen zij bij het eindigen van hun huwelijk


Wetstoelichtingen

1 Inleiding Notarissen, toegevoegd notarissen en kandidaat-notarissen zijn gehouden om bij de uitoefening van hun werkzaamheden rekening te houden met de tuchtnorm – voortvloeiend uit art. 93 Wna