Kennisbank voor het notariaat

Zoekresultaten (7496)


Wetstoelichtingen

1 Tijdelijke verhuurregeling (waaronder Airbnb) Als uitgangspunt geldt dat het voordeel uit een woning die kwalificeert als eigen woning (dus een woning die de belastingplichtige als hoofdverblijf ter


Wetstoelichtingen

1 Inleiding In een hypotheekakte komen bedingen van verschillende aard voor. In de eerste plaats de zogenaamde hypotheekbedingen, regels die ook verbindend zijn voor de rechtsopvolger van de hypotheekgever


Wetstoelichtingen

1 Kamerverhuurvrijstelling Een gedeelte van een eigen woning dat wordt verhuurd, valt niet onder de eigenwoningregeling en wordt belast in box 3 tegen een forfaitair rendement met als enige 'kosten'


Wetstoelichtingen

1 Inleiding Door het vestigen van het recht van  hypotheek  verkrijgt de hypotheekhouder het recht van parate executie ( art. 3:268 BW). Indien de schuldenaar in verzuim is met de voldoening van


Wetstoelichtingen

Algemeen Tot een woning kunnen meer dan één belastingplichtige gerechtigd zijn. Wanneer deze belastingplichtigen beiden in de woning wonen maar geen fiscaal partners van elkaar zijn, worden de voordelen


Wetstoelichtingen

1 Inleiding Gaat het hypotheekrecht teniet doordat de hypotheekschuld volledig is betaald, dan dient het hypotheekrecht in de openbare registers te worden doorgehaald (het royement). Art. 3:274 BW


Wetstoelichtingen

1 Eigenwoningschuld 1.1 Omschrijving van begrip eigenwoningschuld Een geldlening aangegaan op of na 1 januari 2013 (behoudens de uitzonderingen die onder het overgangsrecht van hoofdstuk 10bis Wet


Wetstoelichtingen

1 Inleiding Een van de eisen om een geldlening als eigenwoningschuld aan te merken is dat er een contractuele verplichting moet zijn om gedurende de looptijd ten minste annuïtair en in ten hoogste


Wetstoelichtingen

1 Aflossingsstand In de eigenwoningregeling die geldt vanaf 1 januari 2013 is de hoofdregel gehandhaafd dat renteaftrek op een eigenwoningschuld gemaximeerd is tot 360 maanden (dertig jaar). Wel wordt


Wetstoelichtingen

1 Toetsmoment 31 december Een vereiste voor de kwalificatie van een onder het sinds 1 januari 2013 geldende aftrekregime vallende schuld als eigenwoningschuld is volledige aflossing volgens een in


Wetstoelichtingen

1 Verhuisregelingen (art. 3.119f lid 1 Wet IB 2001) Art. 3.119f Wet IB 2001 regelt op welke schuld de gevolgen van het aflossingsschema moeten worden toegepast wanneer een belastingplichtige twee eigen


Wetstoelichtingen

1 Informatieplicht voor eigenwoningschulden bij niet-administratieplichtigen In art. 3.119g Wet IB 2001 is een informatieplicht opgenomen voor eigenwoningschulden  indien de schuld is aangegaan bij


Wetstoelichtingen

1 Algemeen De bijleenregeling is ondergebracht in art. 3.119aa Wet IB 2001. Deze regeling beoogt dat de bij de verkoop van een eigen woning behaalde vervreemdingsvoordelen worden geïnvesteerd in de nieuwe


Wetstoelichtingen

1 Inleiding De kosten met betrekking tot de eigen woning die in aftrek moeten worden gebracht bij de bepaling van de belastbare inkomsten uit eigen woning zijn in art. 3.120 lid 1 Wet IB 2001 opgesomd


Wetstoelichtingen

Aftrekbaarheid van rente op restschulden In art. 3.120a Wet IB 2001 is de aftrek van rente op restschulden geregeld. De regeling is per 1 januari 2013 geïntroduceerd  bij de Wet Herziening fiscale behandeling


Wetstoelichtingen

Algemeen Wonen belastingplichtigen die geen fiscaal partner van elkaar zijn, in een woning waartoe zij ieder gerechtigd zijn, dan wordt het eigenwoningforfait dat bij elk van de belastingplichtigen


Wetstoelichtingen

1 Inleiding Tot de eigenwoningschuld worden onder meer gerekend schulden die zijn aangegaan voor verbetering of onderhoud van de eigen woning of ter afkoop van de rechten van erfpacht, opstal of beklemming


Wetstoelichtingen

1 Aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld (Hillen-aftrek)  Als de voordelen die een belastingplichtige uit diens eigen woning geniet (art. 3.112 Wet IB 2001 ) hoger zijn dan de aftrekbare


Wetstoelichtingen

1 Algemeen In art. 10:125 BW wordt voor de conflictregels voor vertegenwoordiging verwezen naar het Haags Vertegenwoordigingsverdrag 1978 (Tractatenblad 1978, nr 138) waarvan de officiële naam luidt


Wetstoelichtingen

1 Inleiding Het opstalrecht is het enige beperkte recht dat voor de opstalhouder leidt tot eigendom van bepaalde opstallen die zich bevinden in, op of boven de onroerende zaak van een ander. De opstalhouder


Wetstoelichtingen

1 Inleiding De Wet open overheid (Woo) heeft op 1 mei 2022 de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) vervangen . De Wob en de Woo vinden hun oorsprong in art. 110 van de Grondwet, waarin is bepaald dat


Wetstoelichtingen

1 Algemeen Art. 58 e.v. Inv. bevatten regelingen over de verplichting tot informatieverstrekking ten dienste van de belastinginvordering. Art. 47 e.v. AWR bevat vergelijkbare verplichtingen met betrekking


Wetstoelichtingen

1 Inleiding Het huwelijk kan op verschillende manieren eindigen. De meest voorkomende manieren zijn beëindiging door overlijden van een van de echtgenoten en beëindiging door echtscheiding. De beëindiging


Wetstoelichtingen

1 Inleiding De regeling rondom het recht van enquête is opgenomen in art. 2:344 e.v. BW. Door middel van deze regeling krijgen bepaalde direct belanghebbenden de mogelijkheid om in de eerste fase van


Wetstoelichtingen

1 Algemeen 1.1 Vormvereisten Voor uiterste wilsbeschikkingen gelden vormvereisten. De wet schrijft in art. 4:42 lid 3 BW voor dat uiterste wilsbeschikkingen uitsluitend bij uiterste wil kunnen worden